Hoe verhoudt de Islam zich tegenover de Bijbel?

Door: Suhaib Akmal

Een samenstelling vanuit Tafsir-e-Kabir en Dibacha Tafsir-ul-Quran

  • Introductie

De Bijbel en de Heilige Koran zijn voor velen belangrijke bronnen uit het verleden. Het Oude Testament is een belangrijk geschrift voor zowel Joden als Christenen. Het wordt door velen gezien als het letterlijke geopenbaarde woord van God dat werd geopenbaard aan de Profeet Mozes (vzmh). Het Nieuwe Testament, daarentegen, wordt niet geaccepteerd door Joden maar wel door Christenen. De Heilige Koran is ook bekend als het Boek van de Moslims. Het is in het algemeen bekend dat moslims geloven in de Heilige Koran, maar hoe verhouden moslims zich tegenover de Bijbel?

De Heilige Koran vermeldt “Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden, vervullende, hetgeen er aan voorafgaat en Hij zond voordien de Torah en het Evangelie als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard.” (Hoofdstuk 3, Vers 4)

Volgens de Heilige Koran, zijn de Torah en het Evangelie dus geopenbaarde boeken van God de Almachtige. Maar tegelijkertijd erkent de Heilige Koran ook het feit dat deze boeken zich niet verkeren in de originele staat zoals in de tijd dat ze werden geopenbaard. In dit artikel zal worden aangetoond dat zowel het Oude – als Nieuwe Testament niet vrij zijn van tegenstrijdigheden, bijgelovigheden, wijzigingen en daardoor dus niet in hun volledigheid kunnen worden erkend als authentieke bronnen en het letterlijke Woord van God.

Daarnaast hebben deze geschriften nooit beweerd om de laatste en volmaakte leerstelling te zijn voor de gehele mensheid. Daarentegen vinden we referenties die ons informeren over de komst van nog een Profeet. In dit artikel zal eerst een introductie worden gegeven tot het Nieuwe – en Oude Testament en vervolgens zullen de islamitische leerstellingen hieromtrent in het kort worden toegelicht.

Het Oude Testament

  • Aanpassingen Oude Testament

De volgelingen van het Oude Testament verklaren dit het letterlijke woord van God dat werd geopenbaard aan de Profeet Mozes (vzmh). Een bekende Joodse geleerde uit de 12e eeuw, Maimonides, schrijft “De Torah zoals we die vandaag kennen is dezelfde die aan Mozes werd gedicteerd door God” (Commentary on Mishnah, Sanhedrin 11:1, Article 8). 

Het eerste criterium waarmee we het nut van een boek kunnen vaststellen is vrijheid van externe inmenging. Een geopenbaard boek is superieur aan een door mens gemaakt boek omdat we kunnen aannemen dat het Woord van God ons niet zou doen afdwalen. Het is echter mogelijk dat een Boek oorspronkelijk werd geopenbaard door God en later met menselijke interventie is aangepast. Ongetwijfeld geloven Joden, Christenen en moslims dat God tot de profeten van het Oude Testament heeft gesproken. Echter is de huidige staat van het Oude Testament, zoals zal worden aangetoond, niet zoals in de tijd dat het werd geopenbaard. Uit de geschiedenis van Israël leren we dat in de tijd van Nebukadnezar, de boeken van Israël werden verbrand en vernietigd. Deze boeken werden herschreven door de Profeet Ezra (vzmh) en over Profeet Ezra lezen we in de Joodse literatuur: 

In Apocrypha; II Esdras, 14 staat vermeld dat ‘uw wet is verbrand, daarom weet niemand de dingen die door u gedaan worden’ en ‘Zendt de Heilige Geest in mij en ik zal alles opschrijven wat er is gedaan in de wereld vanaf het begin, die in uw wet zijn geschreven’ en ‘In veertig dagen schreven zij tweehonderd en vier boeken.’

Uit dit citaat worden enkele punten duidelijk. Ten eerste, in de tijd van Profeet Ezra (vzmh), die ongeveer 450 jaar voor Profeet Jezus (vzmh) leefde, waren de boeken van de Torah en boeken van andere Profeten door elkaar gehaald. Ten tweede was er was geen betrouwbare kopie van deze boeken. En ten derde, Profeet Ezra (vzmh) herschreef deze boeken.

Uit deze citaten blijkt duidelijk dat de Torah, in welke vorm dan ook het bestond in de tijd,  een zeer onzeker en onbetrouwbaar boek bekwam. De algemene tekst zou niet langer kunnen worden beschouwd als het woord van God dat in onberispelijke zuiverheid is bewaard. Het “Boek van Ezra” is niet langer opgenomen in de Bijbel zoals we die nu kennen. Toch is het niet minder betrouwbaar dan alle andere boeken van de Bijbel.

Het klopt dat ons wordt verteld dat deze boeken werden ‘geopenbaard’. Maar ‘geopenbaard’ betekent hier slechts dat God hielp in de samenstelling ervan. Dit betekent niet dat de tekst, woord voor woord, door God werd geopenbaard. We leren namelijk uit de Joodse geschiedenis dat Ezra zelf delen van de tekst afwees op basis van onbetrouwbaarheid. 

Daarnaast hebben Christelijke geleerden zelf grote twijfels met betrekking tot zijn geheugen. 

Adam Clark, de welbekende commentator van de Bijbel, schrijft in zijn commentaar (1891) onder 1 Kronieken (7:6), dat Ezra hier ten onrechte de namen van kleinzonen schreef in plaats van de namen van zonen en dat het nutteloos is om te proberen dit soort tegenstrijdigheden goed te praten (p.168). Kunnen de woorden die door God zijn geopenbaard dit soort fouten en tegenstrijdigheden bevatten?

Een uitvoerig onderzoek toont duidelijk aan dat de huidige staat waar het Oude Testament zich in verkeert citaten bevat die niet mogelijk aan Mozes (vzmh) konden zijn geopenbaard. Het belangrijkste en misschien wel het meest beslissende argument in dit verband wordt geleverd in Deuteronomium 34: 5-7 waarin staat vermeld: 

“Zo stierf Mozes, de dienaar van de Heer, daar in Moab, tegenover Bet-Peor. Tot op de dag van vandaag weet niemand waar zijn graf is. Honderdtwintig jaar oud was Mozes toen hij stierf. Tot het laatst toe waren zijn krachten niet afgenomen en zijn ogen niet verzwakt.” 

De vraag is hoe kunnen deze woorden geopenbaard zijn aan Profeet Mozes (vzmh)? Het vers ‘Tot op de dag van vandaag weet niemand waar zijn graf is’, maakt duidelijk dat dit over Mozes (vzmh) werd geschreven na zijn overlijden. Ook zou Mozes nooit over hemzelf geopenbaard kunnen worden ‘Honderdtwintig jaar oud was Mozes toen hij stierf’.

Verder in diezelfde hoofdstuk lezen we in Vers 8: De Israëlieten, die in de vlakte van Moab bijeen waren, treurden om Mozes’ dood tot de dertig dagen van rouw voorbij waren. Dit vers laat ook zien dat het niet aan Mozes (vzmh) geopenbaard kan zijn, maar later is toegevoegd. Dan lezen we in vers 10: Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de Heer zo vertrouwelijk omging. Ook dit kan niet aan Mozes (vzmh) geopenbaard zijn.

Enkele andere bewijzen met betrekking tot dit punt: 

In Genesis 14:1 staat vermeld ‘Ze noemden hun stad Dan’ terwijl volgens Rechters 18:27-29 deze stad ongeveer 80 jaar na Mozes (vzmh) werd veroverd en vernoemt tot ‘Dan’. Een naam die 80 jaar na Mozes werd gegeven, kan niet voorkomen in het boek van Mozes.

In het boek Jozua 24:29 wordt over de dood van Jozua gesproken en in het boek Job 42:17 wordt over de dood van Job gesproken in de verleden tijd. Uit deze referenties is het vrij duidelijk dat het boek Jozua dat niet was geschreven door Jozua en het boek Job niet werd geschreven door Job. Ze waren in plaats daarvan de verzamelingen van personen die later kwamen en werden samengesteld op basis van wat ze van andere mensen hoorden.

Het is duidelijk dat deze verzen toevoegingen zijn van Joodse geleerden en niet de woorden die Mozes (vzmh) van God kreeg geopenbaard. Dit toont dus duidelijk aan dat het Oude Testament niet vrij is van externe inmenging in de geschriften.

  • Tegenstrijdigheden Oude Testament

De boeken van het Oude Testament zijn niet vrij van tegenstrijdigheden. In deze geschriften vinden we niet een enkeling maar vele tegenstrijdigheden, enkele hiervan zijn:

Tegenstrijdigheid 1: In Exodus 6:2-3 staat vermeld dat Abraham (vzmh) onwetend was over de naam van God ‘Jehovah’. Maar in Genesis 22:14 staat vermeld dat Abraham (vzmh) een plaats vernoemde naar de naam van God, oftewel ‘Jehovah-Jireh’.

Tegenstrijdigheid 2: In Numeri 33:38 staat vermeld dat Aaron (vzmh) overleed in de plaats Hor. Maar in Deuteronomium 10:6 staat vermeld dat Aaron (vzmh) overleed in Mosera.

Tegenstrijdigheid 3: In I Samuel 16:10-13 staat vermeld dat David de achtste zoon was van Jesse. Maar in I Kronieken 2:13-15 staat vermeld dat David de zevende zoon was.

Tegenstrijdigheid 4: In II Samuel 6:23 staat vermeld dat Samuel geen kinderen had tot op de dag van zijn overlijden. Maar in II Samuel 21:8 staat vermeld dat hij vijf zonen had.

Tegenstrijdigheid 5: In II Kronieken 21:19-20 staat vermeld dat Jehoram overleed op een leeftijd van 42 jaar. Maar vanuit 22:1-2 kan geconcludeerd worden dat hij 100 jaar leefde.

Dit zijn slechts een aantal van de vele tegenstrijdigheden die te vinden zijn in het Oude Testament. In dit artikel zullen we het slechts laten bij deze vijf tegenstrijdigheden. Kunnen we deze geschriften die vol zitten met tegenstrijdigheden werkelijk aan God toeschrijven?

  • Barbaarse leerstellingen Oude Testament

In het Oude Testament vinden we ook verschillende leerstellingen die barbaars zijn. 

Leerstelling 1: In Exodus 21:20-21 staat vermeld dat iemand die zijn slaaf slaat niet strafbaar is als hij met zoveel hevigheid wordt mishandeld dat hij in een of twee dagen komt te overlijden.

Niet alleen heeft de islam wetten vastgesteld voor de afschaffing van slavernij, maar legde ook de regel vast dat slaven en slavinnen die geen vrijheid konden verkrijgen niet hard mochten worden behandeld. We vinden een incident in het leven van de Heilige Profeet (vzmh) dat Abu Mas’ud Ansari (ra) een slaaf van hem zat te slaan. Van achteren hoorde hij ineens een stem zeggen: “Abu Mas’ud, de macht die God over u heeft, is veel groter dan de macht die u over uw slaaf heeft.” Abu Mas’ud (ra) keerde terug en zag de Heilige Profeet naderbij komen. Zijn zweep viel uit zijn hand. Hij zei: “O Profeet van God, ik bevrijd deze slaaf in de naam van God.” En de Profeet antwoordde: “Als je dat niet had gedaan, zou het vuur van de hel je gezicht hebben verschroeid.” (Sahih-ul-Muslim, Kitab-ul-Iman)

Leerstelling 2: In Leviticus 20:27 staat vermeld dat een goochelaar moet worden gedood. 

Hoe barbaars is deze leerstelling en hoe onrechtvaardig als goochelarij hier betekent professionelen die slechts verschillende trucs uitvoeren. In de drukke en onrustige levens die mensen vaak leiden, bieden plezier en amusement een welkome verlichting. Om deze onschuldige mensen met de dood te bestraffen is onrechtvaardig. Als hier met magie sprookjes worden bedoeld waarbij een man in een stier verandert en een vrouw in een vogel, dan is deze leerstelling van de Bijbel niet alleen onnozel maar ook primitief. Zulke mysterieuze mannen hebben nooit bestaan en om iemand van zulke onmogelijke machten te beschuldigen en dan zijn dood te bevelen is extreme wreedheid.

Leerstelling 3: In Deuteronomium 7:2 staat ‘wanneer u de vijand verslaat vernietig dan de vijanden volledig, maak geen verdrag met hen en toon hen geen genade.’ 

Hoe wreed is deze leerstelling over een overwonnen vijand. Om alle vijanden ter dood te brengen na hun nederlaag, om geen enkele verdrag te sluiten met hen en weigeren om enige genade aan hen te tonen, kan alleen het gedrag zijn van wrede aardse mensen. Het kan niet worden toegeschreven aan de Barmhartige God. Zo’n leer moet uitgevonden zijn door meedogenloze Joden die na Mozes kwamen en deze leer opnamen in de Bijbel.

  • Irrationele leerstellingen Oude Testament

Ook bevat het Oude Testament verschillende irrationele leerstellingen. In Numeri 22:28 staat bijvoorbeeld vermeld dat Bileams ezel tot hem sprak. In Genesis 19:26 staat vermeld dat de vrouw van Lot (vzmh) een pilaar van zout bekwam. In dit artikel zullen we niet in details gaan met betrekking tot de vele irrationele leerstellingen die in deze geschriften zijn te vinden.

Het Nieuwe Testament

  • Aanpassingen Nieuwe Testament

Zoals het Oude Testament is ook het Nieuwe Testament niet vrij van externe inmenging. 

De boeken die in het Nieuwe Testament zijn verzameld, zijn niet de uitspraken van Jezus (vzmh) noch van zijn discipelen. Jezus sprak in het Hebreeuws en zijn discipelen ook. Als de woorden van Jezus in hun originaliteit werden gewaarborgd, dan zouden ze in de Hebreeuwse taal moeten zijn bewaard en dat geldt ook voor de uitspraken van zijn discipelen. Maar er bestaat geen originele exemplaar van het Nieuwe Testament in het Hebreeuws. De oude exemplaren zijn allemaal in het Grieks. 

Christelijke schrijvers proberen dit ernstige gebrek goed te maken door te zeggen dat in de tijd van Jezus de algemene gebruikte taal Grieks was. Dit is wegens meerdere redenen niet mogelijk. Naties geven niet zo gemakkelijk hun taal op, taal is namelijk een waardevolle erfenis. In Oost-Europa zijn er mensen die voor drie of vierhonderd jaar hebben geleefd onder Russische heerschappij, maar toch bleven hun talen intact tot op de dag van vandaag. Frankrijk heeft een lange tijd over Marokko geregeerd en Spanje over Algerije, toch is de taal van deze onderworpen volkeren nog steeds Arabisch. Tweeduizend jaar zijn verstreken sinds de tijd van Jezus, toch zijn de Joden hun taal niet vergeten. Zelfs vandaag in delen van Europa en Amerika spreken Joden Jiddisch, een corrupte vorm van het oude Hebreeuws. Als deze lange periode onder andere volkeren de Joodse taal niet heeft vernietigd, zou een korte omgang met de Romeinen het wel kunnen vernietigen? Het Romeinse heerschappij in Palestina begon ongeveer 50 jaar voor de komst van Jezus (vzmh). Dit is niet lang genoeg voor een volk om hun taal te vergeten. De religie van de Joden werd in het Hebreeuws opgetekend en om deze reden in het bijzonder was het voor hen onmogelijk om hun taal op te geven. Op basis van beschaving en verfijning hielden de Joden zichzelf niet inferieur aan de Romeinen, maar eerder superieur, hoe kan het dan gezegd worden dat ze hun taal zonder enig aarzelen opgaven aan de Romeinen? Daarnaast zijn er hiertoe vele andere bewijzen die op dit moment niet zullen worden besproken.

Het is daarom duidelijk dat de taal die Jezus en zijn discipelen spraken Hebreeuws was, niet Latijn of Grieks. Het spreken van een andere taal werd gezien als buitengewoon. Vanuit  Handelingen (2:4-13) wordt duidelijk dat zelfs na de kruisiging de Joden Hebreeuws spraken. En iemand die de Romeinse taal sprak werd gezien als een vreemde. Degenen die andere talen kenden waren uitzonderingen. Toen enkele van de discipelen deze andere talen spraken, waaronder Latijn, dachten sommige mensen dat ze dronken waren en onzin spraken. Deze reacties zouden onmogelijk zijn als het land als geheel Grieks or Romeins sprak. 

De geschriften van het Nieuwe Testament zijn dus lang na de tijd van Jezus (vzmh) opgeschreven in het Grieks. Dit was in een tijd waarin Het Christendom begon door te dringen in het Romeinse grondgebied en de macht van het Romeinse imperialisme werd verdeeld over het Italiaanse en het Griekse deel. Dit soort boeken, die 100 of 200 jaar na Jezus zijn gecomponeerd door onbekende auteurs en door hen toegeschreven worden aan Jezus en zijn discipelen, kan vandaag de dag voor elke gelovige van weinig nut zijn. 

Zelfs recent in 1881 zijn verschillende aanpassingen gemaakt aan het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld in Johannes (5:2-5) wordt gesproken over de Schaapspoort in Jeruzalem die een bad had waaruit volgens de Bijbel elk mens wordt genezen. Honderden jaren lang was dit in de evangeliën opgenomen. Niemand had ooit gedacht dat het onbetrouwbaar was. Maar toen er controverses begonnen tussen de moslims en de Christenen in de negentiende eeuw, werd vers 4 en een deel van vers 3 verwijderd uit de bovenstaande passage en geherpubliceerd in 1881, uit angst voor kritiek van Moslims. 

Nog een voorbeeld hiervan is Johannes (5:7-8) waarin stond vermeld dat er drie zijn, die getuigen in de hemel, de Vader, het woord en de Heilige Geest: en deze drie zijn één. Dit werd wegens kritiek volledig verwijderd uit de Bijbel.

Christelijke exponenten zijn ervan overtuigd dat er na het geloof in Jezus niets meer nodig is op de weg van goede werken, omdat dit voldoende is om de liefde van God te bereiken. Maar uit de passage van Matteüs (17:14-21) bleek dat anders te zijn. Daarin stond namelijk vermeld dat dit alleen mogelijk is met het verrichten van het gebed en vasten. Ook deze passage werd verwijderd in het geherpubliceerde versie van 1881.

Bovendien, het feit dat bepaalde verzen in bepaalde exemplaren worden gevonden en in andere ontbreken, is een bewijs voor het feit dat er met de originele tekst is geknoeid. Bijvoorbeeld, aan het eind van Boek Mark staat in de voetnoot vermeld dat de laatste tien verzen niet aanwezig waren in het origineel maar zijn opgenomen in latere versies.

Christelijke geleerden zijn ook getuige van het feit dat er met de teksten is geknoeid. In Encyclopaedia Biblica (Vol.IV. p.4980) staat vermeld dat er verschillende serieuze schrijffouten zijn te vinden en dat dit niet een toeval is. Veel hiervan zijn opzettelijke wijzigingen omdat ze werden gezien als verbeteringen.

  • Tegenstrijdigheden Nieuwe Testament

Tegenstrijdigheid 1: In Matteüs (1:1-22) staat vermeld dat Jezus als een normaal mens is geschapen en dat hij de zoon van God is. In Johannes (1:1) staat vermeld dat hij God is.

Tegenstrijdigheid 2: In Johannes (1:19-44) staat vermeld dat Jezus na zijn doping rechtstreeks naar Galilea ging. In Matteüs (4:1) staat vermeld dat hij naar het bos ging.

Tegenstrijdigheid 3: In Lucas (3:23) staat vermeld dat Jozef, de echtgenoot van Maria, de zoon van Heli was. Maar volgens Matteüs (1:16) was hij de zoon van Jacob.

Tegenstrijdigheid 4: In Lukas (24:50-51) staat vermeld dat de hemelvaart van Jezus plaatsvond bij Bethanië. Maar volgens Handelingen (1:12) vond het plaats bij berg Olivet.

Tegenstrijdigheid 5: In Lukas (24:21-29, 36 en 51) staat vermeld dat Jezus opsteeg tot de Hemel de dag na zijn opstaan vanuit de dood. Maar in Handelingen (1:3) staat vermeld dat Jezus naar de hemel ging 40 dagen nadat hij uit de dood was opgestaan.

Tegenstrijdigheid 6: In Markus (5:25) staat vermeld dat Jezus in het 3e uur werd gekruisigd. Maar in Johannes (19:14) staat het vermeld dat Jezus tot het 6e uur nog niet was gekruisigd.

Dit zijn slechts enkele van de vele tegenstrijdigheden in het Nieuwe Testament.

  • Irrationele en betwijfelde leerstellingen Nieuwe Testament

Volgens Matteüs (27:51-53) bracht Jezus (vzmh) doden uit hun graf tot leven. Volgens Matteüs (14:25-27) liep Jezus (vzmh) over zee. Volgens Marcus (11:12-14) vervloekte Jezus een vijgenboom omdat er geen vijgen op waren gegroeid. Volgens Matteüs (15:21-26) kwam er een bescheiden vrouw vanuit Canaan voor spirituele leiding bij Jezus, maar Jezus zei dat het niet past om brood van de kinderen te nemen en het voor de honden te gooien. Oftewel Jezus vergeleek de vrouw die voor spirituele begeleiding kwam, met een hond. 

In Johannes (2:1-4) staat vermeld ‘Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer’, Jezus zei ‘Wat wilt u van me, mijn tijd is nog niet gekomen.’ En in Matteüs (12:47-48) staat vermeld ‘En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken. Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem dat zeide: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders?’

Deze passages van Johannes en Matteüs tonen aan dat Jezus niet veel respect had zelfs voor zijn moeder, een relatie die in het hoogste respect wordt gehouden door alle fatsoenlijke personen. Zal een gewone christen vandaag zijn moeder aanspreken, zeggende: “Vrouw, wat wilt u van me?” Zeker niet, maar waarom deed het Evangelie het dan? De schrijvers hebben een belachelijke gezegde toegeschreven aan Jezus. Respect voor moeders is een gemeenschappelijke deugd, zelfs onder primitieve gemeenschappen. Dit soort manieren vertonen de ergste mensen die geen respect kennen. Christenen houden Jezus zelfs niet in de helft van de eerbied waarin zij de verzonnen evangeliën houden. De verzonnen evangeliën zijn hun schepping en Jezus was een schepping van God.

  • Aantijgingen tegenover Profeten

Er zijn ook verschillende bizarre uitspraken in de Bijbel geslopen met betrekking tot Profeten uit het verleden. Het is onmogelijk om de acties die erin worden vermeld, toe te schrijven aan God of aan Zijn profeten. Enkele hiervan worden hieronder vermeld:

Profeet Adam (vzmh)

Met betrekking tot Adam (vzmh) wordt gezegd dat hij een zonde beging door van de verboden boom te eten. Hoewel de Heilige Koran (20:116) duidelijk verklaart:

“En waarlijk wij gaven voorheen Adam een bevel (betreffende de ‘verboden boom’ voor hij ervan at), doch hij vergat het en Wij vonden in hem geen voornemen daartoe.”

Hieruit blijkt dat de reden dat Adam (vzmh) van de verboden boom had gegeten was omdat hij vergat. En volgens de Heilige Koran wordt iets als een zonde verklaart als er een vastberaden intentie achter zit, niet wanneer iets wordt gedaan uit vergeetachtigheid. Om Adam (vzmh) te beschuldigen dat hij een zondaar was is niet alleen ongepast maar tegen het zuivere karakter van alle profeten uit het verleden, omdat volgens de Heilige Koran Profeten niet zondigen en vrome mensen waren gedurende hun gehele levens.

Profeet Noach (vzmh)

Met betrekking tot Noach (vzmh) staat in Genesis (9:20-27) vermeld: “Noach was landbouwer en legde als eerste een wijngaard aan. Hij dronk van de wijn, werd dronken en ging in zijn tent liggen, zonder kleren aan. Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan zijn twee broers, die buiten waren. Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die over hun schouders, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat, zodat zij hem niet naakt zagen.”

Noach vervloekte daarop Kanaän, de zoon Cham, die hem naakt gezien. Maar tegelijkertijd staat geschreven over Noach in Genesis 6:9 ‘Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God’.

Kunnen we dit bizarre verhaal toeschrijven aan een heilige en vrome profeet uit het verleden zoals Noach (vzmh)? Volgens dit citaat plantte Noach een wijngaard, dronk wijn, kleedde zich uit in zijn tent, Cham zag hem naakt en vertelde het aan zijn broers. Het is ondenkbaar dat Noach, een Profeet van God, dit soort onfatsoenlijkheid zou begaan.

De Heilige Koran spreekt over Noach (vzmh) als volgt: “Hij was inderdaad een dankbare dienaar.”” (17:4) en “Vrede zij Noach onder de volkeren” (37:80)

De Heilige Koran verklaart het een waarachtige en geliefde profeet van God. En het is onmogelijk voor een moslim om dit soort verhalen toe te schrijven aan een Profeet.

Profeet Abraham (vzmh)

Christenen geloven dat Abraham (vzmh) volgens de Bijbel op bepaalde momenten had gelogen. Echter erkent de Koran ‘En Abraham die trouw was’ (53:38) Het is tegen het zuivere karakter van Profeten dat ze leugens zouden opmaken voor de mensen.

Profeet Mozes (vzmh)

Met betrekking tot Mozes (vzmh) staat in Exodus (12:35) vermeld dat hij de mensen van Egypte verloochende ‘Ze hadden gedaan wat Mozes had opgedragen en de Egyptenaren om zilveren en gouden sieraden en om kleren gevraagd.’ 

In de Heilige Koran (20:88) wordt echter vermeld:

“Zij antwoordden: ‘Wij hebben niet uit eigen beweging onze belofte aan u gebroken, doch wij waren belast met een lading sieraden van het volk, derhalve wierpen wij deze weg en dat heeft Saamiri voorgesteld.”

De Heilige Koran maakt duidelijk dat het niet Mozes (vzmh) was die de mensen verloochende en suggesteerde om hun bezittingen te nemen. Integendeel vermeldt de Koran dat de mensen zelf hun bezittingen gaven. Dit wordt ook erkend door de Bijbel in Exodus (12:36) ‘En de Heer had ervoor gezorgd dat de Egyptenaren hun goedgezind waren, zodat ze op hun verzoek ingingen.’ – Waaruit opnieuw blijkt dat de Bijbel zichzelf tegenspreekt.

Profeet Lot (vzmh)

Met betrekking tot Profeet Lot (vzmh) staat in Genesis (19:30-36) een incident vermeld:

“Kom, laten wij onze vader wijn te drinken geven en bij hem nederliggen, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. Toen gaven zij in die nacht haar vader wijn te drinken en de eerstgeborene ging naar binnen en legde zich bij haar vader neder, zonder dat hij er iets van merkte toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. En de volgende morgen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Zie, ik heb gisternacht bij mijn vader gelegen; wij zullen hem ook deze nacht wijn te drinken geven en ga gij dan naar binnen en leg u bij hem neder, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. Zo gaven zij haar vader ook die nacht wijn te drinken en de jongste stond op en legde zich bij hem neder, zonder dat hij er iets van merkte, toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. En de beide dochters van Lot werden zwanger van haar vader. En de eerstgeborene baarde een zoon en noemde hem Moab; hij is de vader van de tegenwoordige Moabieten. Ook de jongste baarde een zoon en noemde hem Ben-Ammi; hij is de vader van de tegenwoordige Ammonieten.”

Geen commentaar is nodig op dit verschrikkelijke verhaal. Dit verhaal is beledigend voor zowel het feitelijke als het morele. Maar de huidige Torah aarzelt niet om dit toe te schrijven aan een Profeet. Hieruit kan het niet anders dan om te concluderen dat de Thora, zoals we die vandaag kennen, niet de Thora is zoals geopenbaard aan Mozes (vzmh). Het moet later door joodse geleerden zijn gecomponeerd in een tijd waarin ze haat hadden ontwikkeld tegen de zonen van Lot, Moab en Ammon. Het geloof van deze Joodse geleerden was zo zwak geworden, dat hun harten niet aarzelden om Moab en Ammon te belasteren en het toe te schrijven aan de Profeet Lot (vzmh) wat volkomen onaanvaardbaar is. 

Jezus (vzmh)

Met betrekking tot Jezus (vzmh) wordt gezegd dat hij werd gekruisigd door de Joden en aan het kruis kwam te overlijden. En dat hij opstond uit de dood en ten hemel ging. Wat een aantijging tegenover een geliefde Profeet van God! In het Oude Testament stond vermeld: ’Die aan een paal is opgehangen, is door God vervloekt.’ Hoe kan het dan gezegd worden dat de Joden hiertoe slaagden en Jezus doodden aan het kruis? 

De Heilige Koran heeft ook dit incident verhelderd. Door te verklaren dat Jezus niet werd gedood aan het kruis, maar dat het leek voor de mensen alsof (hij dood was). Maar zij slaagden er niet in om hem te doden integendeel God gaf hem zijn nabijheid. Jezus (vzmh) was een waarachtige profeet van God en stierf een natuurlijke dood zoals ieder ander mens.

De Heilige Koran

Heeft de wereld, in de aanwezigheid van deze geschriften, nog een boek nodig? Dit is de vraag die bij iedereen zou moeten opkomen die de Heilige Koran begint te studeren. Ten eerste, is de scheiding tussen de verschillende wereldreligies niet voldoende reden voor de komst van een religie om allen te verenigen? Ten tweede, zou de menselijke geest niet een evolutieproces ondergaan dat vergelijkbaar is met dat van het menselijk lichaam? Zoals fysieke evolutie uiteindelijk tot stand was gekomen, waren de mentale en spirituele evolutie niet bestemd voor een ultieme perfectie? Ten derde, waren eerdere geschriften, zoals aangetoond, niet zo gebrekkig geworden dat een nieuw boek nu een universele noodzaak was geworden? Ten vierde, beschouwden eerdere religies hun boodschappen als absoluut definitief en laatst? Geloofden ze niet in voortdurende geestelijke vooruitgang? Hebben ze niet continu hun volgelingen verzekerd van een komende boodschap die de mensheid zal verenigen en hen zal leiden naar hun uiteindelijke doel? Het antwoord op deze vragen toont ons de behoefte van de Heilige Koran in aanwezigheid van eerdere boeken.

We hebben de aanpassingen, tegenstrijdigheden, barbaarse – en irrationele leerstellingen en aantijgingen tegenover profeten uit het Nieuwe – en Oude Testament gezien. Daarnaast hebben deze geschriften ook nooit beweerd om de laatste wet of leidraad te zijn voor de mensheid, noch heeft Jezus (vzmh) beweerd om de laatste boodschapper van God te zijn. 

Jezus zegt in Matteüs (15:24): “Ik ben alleen gestuurd naar de verdwaalde schapen van het volk Israël.” en in Matteüs (10:5-6): “Deze twaalf zond Jezus uit en Hij gebood hun: U zult u niet op weg begeven naar de heidenen en u zult geen enkele stad van de Samaritanen binnengaan, maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. 

Het is de Heilige Profeet Mohammed (vzmh) die heeft verklaard: 

“O mensdom, ik ben tot u allen een boodschapper van Allah” (7:159)

Het was noodzakelijk om een perfecte Wet te hebben die voor gehele mensheid zou zijn en niet slechts voor een volk of natie. De Heilige Profeet (vzmh) bracht een Boek die volledig vrij is van tekortkomingen en een perfecte leidraad is voor de gehele mensheid. Zo heeft de Heilige Koran vermeldt in hoofdstuk 5 vers 4 dat vandaag de gezegende dag is dat de religie is vervolmaakt en dat God voor u de Islam als religie heeft gekozen. 

De Heilige Koran is volledig vrij van aanpassingen. Zo is vermeld in de Heilige Koran:

اِنَّا نَحۡنُ نَزَّلۡنَا الذِّکۡرَ وَ اِنَّا لَہٗ لَحٰفِظُوۡنَ

“Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Koran) nedergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn.” (Hoofdstuk 15, Vers 10)

De mensheid had een Wet nodig die vrij zou zijn van de tekortkomingen die te vinden zijn in de geschriften uit het verleden. De Heilige Koran is met de belofte van God zelf volledig vrij gebleven van aanpassingen. Een Boek dat alle misvattingen met betrekking tot profeten uit het verleden zou wegnemen. Als de Heilige Koran nooit was gekomen, hoe zouden we ooit  in staat zijn geweest om de waarachtigheid van voorgaande profeten te getuigen?

Het is daarom de Heilige Koran die alle volkeren zou samenbrengen onder één vlag. Die de waarachtigheid van alle profeten en hun leerstellingen uit het verleden zou getuigen. Tegelijkertijd zou de Heilige Koran erkennen dat deze boodschappen dienden voor een specifieke tijd en voor specifieke volkeren. Maar de Heilige Koran is voor alle komende tijden en voor alle volkeren, het is de perfecte wet en leidraad voor de gehele mensheid.

Om te lezen over de leerstellingen van Islam zie: ‘Leerstellingen van de Islam’.