Majlis Khuddamul Ahmadiyya Bangladesh krijgt de eer om een Virtuele ontmoeting met het Wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap te houden.

De Nationale Amila van Majlis Khuddamul Ahmadiyya heeft een officiële ontmoeting met Zijne Heiligheid

Op 7 februari 2021 hield het Wereldhoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (kalief), Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad een virtuele online bijeenkomst met de Nationale Amila (Executive) van Majlis Khuddamul Ahmadiyya Bangladesh (Ahmadiyya Muslim Youth Auxiliary).

Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad, nam deel aan de vergadering vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford, terwijl de vertegenwoordigers van Amila zich bij het Darut Tabligh Moskee-complex in Dhaka aanwezig waren, dat dienst doet als het nationale hoofdkwartier van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Bangladesh. Tijdens de bijeenkomst konden de Khuddam-vertegenwoordigers een rapport presenteren van hun respectieve afdelingsactiviteiten en voorstellen voor toekomstplannen. Zijne Heiligheid gaf instructies met betrekking tot de morele en religieuze training van Ahmadi moslimjongeren en adviezen om ervoor te zorgen dat Majlis Khuddamul Ahmadiyya nog meer vorderingen kan maken.

Zijne Heiligheid moedigde de hoofden van de nationale afdelingen aan om ijverig en regelmatig feedback te geven op de rapporten die worden ontvangen van regionale en lokale afdelingen van Majlis Khuddamul Ahmadiyya Bangladesh om hun activiteiten te analyseren en hen te helpen verbeteren.

Zijne Heiligheid adviseerde ook Ahmadi Moslimjongeren om hun dienst aan de mensheid te vergroten en, in overeenstemming met de leer van de Islam, proactief proberen mensen in nood te helpen en bij te staan, ongeacht kaste, geloof of huidskleur.

Zijne Heiligheid vroeg ook verder dat de regering van Majlis Khuddamul Ahmadiyya zou kunnen samenwerken met ziekenhuizen en andere relevante instanties om Ahmadi moslimjongeren als bloeddonor te registreren, zodat ze de mensen van het land kunnen helpen in tijden van nood.

Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

Onze Ahmadi-moslimjongeren zouden niet alleen bloed moeten doneren om onze eigen leden te helpen, maar het zou ook aan andere leden van de samenleving moeten worden geschonken en je zou met ziekenhuizen en bloedbanken kunnen samenwerken om onze leden te registreren voor deze dienst aan de mensheid. De mensen moeten weten dat Ahmadi-moslims degenen zijn die de hele mensheid dienen.

Zijne Heiligheid zei ook dat een groter aantal jonge mensen moet worden aangemoedigd om lichamelijke activiteiten te doen en te bewegen om een ​​goede lichamelijke gezondheid te behouden.

In een gesprek met het hoofd van de afdeling Studentenzaken zei Zijne Heiligheid dat de afdeling Studentenzaken universitaire seminars zou moeten organiseren waar zowel Ahmadi-moslims als anderen worden uitgenodigd om nieuw onderzoek over seculiere onderwerpen te presenteren, zodat innovatieve ideeën kunnen worden gedeeld terwijl religieuze verschillen opzij worden geschoven.

Zijne Heiligheid stelde ook erg op prijs dat tijdens de Covid-19-pandemie de Ahmadi-moslimjongeren contact hadden opgenomen met ziekenhuizen en zich vrijwillig hadden aangemeld voor het schoonmaken ervan.

Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap houdt Historische Les met Jamia Ahmadiyya Bangladesh

16 FEBRUARi, 2021    Persbericht

“Het is door de Beloofde Messias (vrede zij met hem) dat de wereld is voorbestemd om zich te verenigen onder de vlag van de Heilige Profeet Mohammed (moge vrede en zegeningen met hem zijn).” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Op 13 Februari 2021, heeft het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap,de Vijfde Kalief, Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad een zestig minuten durende online les voorgezeten met studenten van Jamia Ahmadiyya Bangladesh (Ahmadiyya Moslim Missionarissen opleiding in Bangladesh).

Het was de eerste keer dat Zijne Heiligheid een les op dez manier heeft voorgezeten met Jamia Ahmadiyya Bangladesh, de missionarissen in opleiding waren in de gelegenheid om gezamenlijk de ontmoeting bij te wonen en zij ontvingen de leiding en gebeden van hun spirituele en religieuze vader.

Zijne Heiligheid zat de ontmoeting voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford, terwijl de studenten en het onderwijzend personeel Jamia Ahmadiyya Bangladesh samen waren gekomen in het Jamia Ahmadiyya Bangladesh complex in Ahmad Nagar.

Het evenement startte met een recitatie uit de Heilige Koran, gevolgd door een gedicht en uitspraken van de Heilige Profeet Mohammed (moge vrede en zegeningen met hem zijn) en een fragment van uitspraken van de Beloofde Messias (vrede zij met hem).

Aan Zijne Heiligheid is door middel van een video presentatie ook het pand van Jamia Ahmadiyya Bangladesh laten zien en de aangrenzende gebieden waar Ahmadi Moslims leefden.

De directeur van Jamia Ahmadiyya Bangladesh heeft de geschiedenis van Jamia Ahmadiyya in Bangladesh geschetst en de ontwikkeling daarvan sindsdien.

Een student ontving leiding van Zijne Heiligheid over de manier waarop hij het beste kan studeren en hoe hij het beste het leerplan kan leren.

Als antwoord daarop zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“De beste manier om te leren is door voorafgaand aan de les, de lesstof te lezen. Vraag aan uw docenten om vooraf te vertellen waar zij de volgende keer les over geven. Dan, waar de les ook over is gegaan, bekijk de lesstof weer wanneer u op uw kamer bent. Dus, lees de lesstof vooraf en bestudeer deze daarna nog eens. Op die manier zult u zich de lesstof goed kunnen herinneren. U moet ook bidden naar Allah de Almachtige en ook dat Hij uw intellect mag verlichten en u in staat stelt om te onthouden wat u bestudeerd heeft.

Een andere vraag ging over het smeden van een hechtere band van liefde met God de Almachtige..

Als antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Wanneer u Allah gehoorzaamt, zult u Zijn geliefde zijn. De liefde moet wederkerig zijn. Wat deden de metgezellen van de Heilige Profeet Mohammed (moge vrede en  zegeningen met hem zijn)? De metgezellen hielden van de Heilige Profeet Mohammed (moge vrede en zegeningen met hem zijn), volgens de Heilige Koran. De Heilige Koran verklaart dat in relatie tot het bevel, dat Moslims de Heilige Profeet Mohammed (moge vrede en zegeningen met hem zijn) moeten gehoorzamen en er staat: “Volg mij: dan zal Allah van u houden.” Wat is gehoorzaamheid? Dat is het volgen van de praktijk van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) en neem uw gebeden in acht zoals de Heilige Profeet ( vrede en zegeningen zijn met hem) de gebeden in acht zou nemen, met volledige devotie en concentratie.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) verrichte vrijwillige gebeden en dat zou u ook moeten doen. De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) besteedde tijd ter herdenking aan Allah en dat zou u ook moeten doen. De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) ontving mensen met de beste manieren en waardigheid en u zult ook mensen moeten ontmoeten op die manier. Wanneer wij ons op deze manier gedragen, zullen wij Allah’s geliefden worden,”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:

“Dus, verricht de vijf dagelijkse gebeden met zorgvuldigheid, reciteer de Heilige Koran en span u in om dit te begrijpen en gedraag u volgens de instructies van God. Samen met uw aanbidding en het vervullen van de rechten van de mensheid, is dat wat een persoon tot een geliefde van Allah de Almachtige maakt en dit zijn de kwaliteiten die een missionaris zichzelf moet inprenten. Wanneer u deze kwaliteiten zichzelf inprent, zult u een succesvolle missionaris worden. U zal onder degene zijn die mensen zich door God laten roepen en u zal ook een van hen zijn die aandacht vragen voor de rechten van de mens. U moet eerst uw hoge morele standaard instellen – alleen dan zult u in staat zijn om een succesvolle Missionaris te worden. Dit is wat u een geliefde van God zal maken,”

Een ander student vroeg hoe hij de ware geest van de levenslang toegewijde in zichzelf kan prenten.

Als antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Herinnert u zich altijd dat de Beloofde Messias de openbaring heeft gekregen van God de Almachtige, “Hij is blij met uw nederigheid.” Dus wees nederig. Bezwijk nooit voor arrogantie over het verwerven van meer kennis. Anders dan dat, terwijl u waarlijk vervuld bent met nederigheid, wees verstandig met de woorden van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) “Ik was arm en hulpeloos; onwetend en zonder vaardigheden.’”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat verder:

“Dus, prent uzelf met vastberaden besef in dat, ‘Ik was niets en Allah gaf mij de mogelijkheid een Jamia te worden en Allah de Almachtige gaf mij de mogelijkheden te promoveren als missionaris en Allah de Almachtige verleende mij de gelegenheid te dienen en er voor te zorgen de morele standaard van anderen te trainen, Allah de Almachtige gaf mij de gelegenheid om de boodschap van de Islam te verspreiden en Hij stelde mij in staat het geloof te onderwijzen.’ Wanneer u op deze manier denkt zal op een natuurlijke manier nederigheid bij u inboezemen en u dichter bij God de Almachtige brengen.”

Na bevraagd te zijn over zijn ontmoetingen met verschillende wereldleiders en invloedrijke figuren, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“In de eerste plaats moeten wij nooit angstig voor iemand zijn. Wij zijn Ahmadi Moslims en dus moeten wij de vastberaden overtuiging hebben dat wij het niet nodig hebben om overweldigd te worden door anderen. Uiteindelijk, de Beloofde Messias (vrede zij met hem) is de openbaring gegeven dat ‘U bent geholpen met aanzien.’ Verder, voor dergelijke ontmoetingen, bid ik dat Allah de Almachtige mij mag helpen om de geest te openen en het hart te verzachten van degene tot wie ik mij richt. Bovendien zijn er andere gebeden die ik verricht. Dus herinner u altijd, het is niet nodig om bang te zijn voor een andere persoon.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“Wij zijn degene die belast zijn met het leiden van de wereld. Wanneer u dit begrijpt en bevat dan zou u nooit bang moeten zijn, wetende dat Allah’s hulp met ons is en dat in de wetenschap dat het de belofte van Allah de Almachtige is om de Beloofde Messias (vrede zij met hem) te ondersteunen en te helpen eeuwigdurend is. Dus, door de genade van God ben ik nooit angst of nervositeit tegengekomen hoe prominent of machtig de leider die ik ontmoet ook is.

Een van de Missionarissen in opleiding vroeg naar de betekenis van de openbaring van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) welke verklaart “Koningen zullen zegeningen ontvangen van uw gewaad.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad legt de openbaring uit en zegt:

“Het betekent dat in elke activiteit van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) en in elke uitspraak van hem en zijn gewaad zijn zegening zit – elke associatie met de Beloofde Messias (vrede zij met hem) is gezegend. Daarvoor, volgens deze openbaring zullen, zelfs de grootste koningen, het op een dag beschouwen als een enorme zegening en een eer om een stukje stof van de kleding van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) te mogen ontvangen.“

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat verder:

“In deze tijd is het niet voor ieder persoon mogelijk om de zegening van fysieke kleding van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) te verkrijgen. Wij kunnen echter allemaal ontvangers zijn van zijn zegeningen door zijn leringen te implementeren en ernaar te streven zijn missie te volbrengen.

Wij zouden moeten zoeken naar alle zegeningen die verbonden zijn met hem en zijn komst en de grote verjonging van de Islam die heeft plaatsgevonden door de Beloofde Messias (vrede zij met hem)… Het is door de Beloofde Messias (vrede zij met hem) dat de wereld is voorbestemd om zich te verenigen onder de vlag van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem). Dit zijn de zegeningen die de Beloofde Messias (vrede zij met hem) ons heeft nagelaten en het is nu onze verantwoordelijkheid om er ons voordeel mee te doen en deze te verspreiden naar alle hoeken van de wereld.”

Daarna heeft Zijne Heiligheid genoemd dat hij de ring draagt die toebehoorde aan de Beloofde Messias (vrede zij met hem). De ring heeft als inscriptie een vers uit de Heilige Koran welke is geopenbaard aan de Beloofde Messias (vrede zij met hem) deze luidt  “Is Allah niet toereikend voor zijn dienaar? “

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Deze ring die ik draag met de inscriptie “ Is Allah niet toereikend voor zijn dienaar? “, is de ring van de Beloofde Messias (vrede zij met hem). Ik draag deze vanwege het verlangen baat te hebben van en de zegeningen te kunnen ontlenen die er aan verbonden zijn. Dus, een ieder die de gelegenheid heeft zegeningen verwerven van fysieke dingen die gezegend zijn, zouden hun voordeel moeten doen met deze zegeningen. Echter, boven alles, zoals ik heb gezegd, elke Jamia student moet proberen spirituele zegeningen van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) te bereiken. Dat zijn de zegeningen van het verspreiden van zijn leringen en het vervullen van zijn missie en doel.”

Over het onderwerp prediken, benoemde een van de studenten, dat terwijl sommige mensen afstand nemen van religie en anderen die extremistische neigingen ontwikkelen, wat de beste manier is om met beide soorten mensen om te gaan.

Als antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Degene die afstand hebben genomen van religie zijn materialistisch geworden. Tegenwoordig is een grotere groep mensen in de wereld niet meer geïnteresseerd in religie. Onder hen zijn de Moslims minder expressief over dat zij het geloof hebben verlaten, maar in werkelijkheid is zelfs hun situatie vergelijkbaar met de rest. Mensen met een ander geloof zeggen openlijk dat zij niet in God de Almachtige geloven. Daarom verspreidt atheïsme snel. Mensen worden opgeslokt door materialisme en de wereldlijnen hebben hen overmand. Dit was in feite het beeld wat de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) voorzag over de laatste dagen en dit waren de exacte omstandigheden die waren voorzegt, die zouden leiden tot de komst van de Beloofde Messias (vrede zij met hem).”

Adviserend over de beste manier om te prediken tot degenen die extremistische neigingen hadden ontwikkeld zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Wij moeten degenen die extremistische neigingen hebben, uitleggen en onderrichten over de ware en vreedzame leerstellingen van de Islam. De Beloofde Messias (vrede zij met hem) zei dat alle mensen geïnformeerd moeten worden over de ware leerstellingen van de Islam. Het doel van zijn komst was inderdaad om te informeren over de twee doelen van de Islam. Ten eerste om mensen dichter bij God te brengen en ten tweede de rechten van elkaar te laten vervullen.”

Adviserend over hoe te spreken met degenen die extreme en verkeerde geïnformeerde opvattingen hebben over de Islam zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Degenen die extremisten zijn, moet vertelt worden dat er geen plaats is voor extremisme in de Islam. Het leven van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) werd besteed aan het doen van goed jegens anderen. De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) heeft in de titel “genade voor alle volken” gekregen in de Heilige Koran. Kan iemand ook maar één incident vinden waar de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) een oorlog aan mensen oplegde? Nooit! In de Heilige Koran werd het gebod van oorlog voor het eerst gegeven in hoofdstuk 22 verzen 40 en 41. In deze verzen zegt Allah de Almachtige dat de tegenstanders alle grenzen hebben overschreden met hun wreedheden en dat er dus een verdedigende oorlog kan worden uitgevochten om hen te stoppen. Het stelt ook dat Allah de Almachtige sommige mannen afweert door middel van anderen en wanneer deze mensen doorgaan met hun onrecht, dan zal er geen synagoge van Joden, kerken of tempels of moskeeën intact blijven. Dus toen Allah de Almachtige het gebod gaf om oorlog toe te staan, deed Hij dat voor het belang van de bescherming van alle religies.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“Islam is tegen extremisme en ondersteunt het niet. Het leven van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) getuigd van het feit dat hij nooit extremisme heeft ondersteund. Hij vergaf mensen altijd en gaf het grootste voorbeeld van vergeving ten tijde van de Overwinning van Mekka toen hij tegen de Mekkanen zei, ‘Bij u zal geen schuld liggen op deze dag,’ Hij zei deze woorden tegen mensen die zware martelingen en ongeëvenaarde wreedheden hadden gepleegd. Dit moeten wij dus aan de extremisten vertellen en hen vragen welke bij welke verkeerde daden zij betrokken zijn geraakt! Dit was niet de leer van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) … De Heilige Koran staat vol met zulke welwillende leerstellingen en de praktijk en het leven en het karakter van de Heilige Profeet Mohammed ( vrede en zegeningen zijn met hem) en elk moment van hem is een getuigenis van het feit dat hij altijd zijn leringen over liefde, vriendelijkheid en vrede praktiseerde en predikte. Dit zijn de leringen waarover je mensen moet informeren.

Een van de studenten zei dat sommige niet-Ahmadi Moslims die hij wilde benaderen niet naar hen wilden luisteren.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Het is hun ongeluk dat zij niet naar de waarheid willen luisteren. Bid voor hen. Predik niet over de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap tegen hen. Ten eerste bid voor hen dat Allah de Almachtige hun hart mag verzachten. Ten tweede, vertel hen: ‘Je bent tenminste een Moslim, dus laten wij praten over het leven van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) en het leven van zijn metgezellen en de geboden van de Heilige Koran.’ Dus wanneer zij zullen zien dat u spreekt over de Heilige Koran en dat u de leerstellingen ervan volgt en spreekt over uw liefde voor de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) en de liefde voor de metgezellen van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem), dan zullen zij door gaan hierover met u te praten en dan zal er eventueel een tijd komen dat zij zich realiseren dat de leerstellingen hetzelfde zijn en dan zullen zij zeggen, laat ik luisteren naar wat u mij nog meer kan vertellen, dus dan zullen zij beginnen te luisteren naar u.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat verder:

“Dit heeft tijd nodig en vereist geduld. De Heilige Koran verklaart dat, “Roep tot de weg van de Heer met wijsheid en goede vermaning.” Wanneer zij niet wensen te luisteren op de ene manier ga dan op een andere manier met hen om. Dit is een manier die ik heb genoemd, maar u mag ook zelf andere manieren zoeken om deze mensen te overtuigen die passen bij uw omstandigheden. Het andere aspect is gebed. Gebed is zeer krachtig en sterk en wanneer u voor hen bidt dan heeft Allah de macht om alle dingen te doen. Hij is de Meester. Wanneer God meent dat deze mensen zachtheid in hun harten toe zouden moeten laten en goed moeten doen, dan zal Hij hun harten openen. We moeten echter altijd moeite doen van onze kant om te leiden en nooit op te geven. Dit was het bevel gegeven aan de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) dat hij deze boodschap moet overbrengen en deze boodschap moet verspreiden, maar het is niet onbelangrijk voor u dat de mensen tegen wie u predikt dat zij zeker moeten geloven.”

Samenvatting van de vrijdagpreek door Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V (moge Allah zijn Helper zijn) gehouden op 26 maart 2021

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

De Beloofde Messias(as) – De noodzaak voor de Imam

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuz en Surah al-Fatihah, reciteerde Zijne Heiligheid (aba) de volgende verzen van de Heilige Koran:

‘Hij is het Die onder de ongeletterden een boodschapper heeft verwekt die Zijn tekenen onder hen verkondigt en hen zuivert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst, ofschoon zij voorheen in openbare dwaling verkeerden. En ook anderen die dezen (gelovigen) nog niet hebben ontmoet. Hij is de Almachtige, de Alwijze.’ (Heilige Qur’an 62 : 3-4)

Oprichting van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap

Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) zei dat het een paar dagen geleden 23 maart was en dat deze dag belangrijk is voor de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap aangezien dit de dag was waarop de Gemeenschap werd opgericht.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat we onszelf elk jaar moeten herinneren wat het doel van de komst van de Beloofde Messias (as) was, namelijk om de leerstellingen van de islam te doen herleven en deze aan de wereld te presenteren. Elke Ahmadi moet ernaar streven deel te nemen aan de zegeningen van deze missie. Zijne Heiligheid (aba) zei dat we om dit te kunnen realiseren voornamelijk en vooral onszelf moeten hervormen.

Voorspellingen over de beloofde Messias(as)

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde toen enkele voorspellingen over de Beloofde Messias (as) die reeds zijn vervuld en nog steeds worden vervuld. Zijne Heiligheid (aba) citeerde de Beloofde Messias (as) toen hij zei dat de Almachtige God de Heilige Profeet (vzmh) deed nederdalen in een tijd van volledige duisternis en Hij hen heeft doordrenkt met een geestelijk licht. De Almachtige God stuurde nu Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) – die van Perzische afkomst was – in dit tijdperk van duisternis en misleiding om opnieuw geloof in de wereld te brengen. Zijne Heiligheid (aba) zei dat de Beloofde Messias (as) de islam verdedigde nadat deze vanuit elke richting werd aangevallen. En het was voorbestemd voor de Beloofde Messias(as) om uit de Moslim Ummah te komen, in overeenstemming met bovengenoemde verzen en de uitspraken van de Heilige Profeet(vzmh).

Zijne Heiligheid (aba) zei dat duizenden mensen getuige waren van het teken van de Dhus-Sineen-ster, het verbod op het verrichten van de Hadj, de aanlegging van het spoorwegsysteem en het uitbreken van de pest – dit waren allemaal profetieën van de Heilige Profeet(vzmh). Hij zei dat bij de vergelijking tussen de metgezellen van de Beloofde Messias(as) en die van de Heilige Profeet(vzmh) geconcludeerd kan worden dat deze erg op elkaar lijken; want beiden moesten vervolging en een kwaadaardige behandeling ondergaan. Net zoals de eerste metgezellen het volk van God waren, zo zijn ook deze metgezellen van de Beloofde Messias(as) hetzelfde, want zij zijn ook het volk van God en Hij draagt zorg voor zulke mensen, die rechtvaardig handelen en zichzelf vaak aan de dood herinneren.

Zijne Heiligheid (aba) noemde verder andere vervulde profetieën, zoals de nieuwe transportmethoden, de zons- en maansverduisteringen in dezelfde maand Ramadan, de toename van de publicatie van boeken, de toename van faciliteiten voor de mensheid en de vernietiging van bepaalde steden als gevolg van de toorn van God. Precies in dit tijdperk werd voorspeld dat de Beloofde Messias (as) zou verschijnen.

Zijne Heiligheid (aba) haalde de Beloofde Messias (as) aan aangezien hij beweerde exact deze persoon te zijn die door de Almachtige God was aangesteld als een vervulling van deze profetieën. Hij werd hier zo vaak door God van op de hoogte gebracht dat er enkele ruimte meer was voor enige twijfel. De Beloofde Messias(as) zag zelfs dat de vervulling van de profetie dat de kameel niet langer gebruikt zou worden als vervoersmiddel. Dit zag de Beloofde Messias(as) zelf in vervulling gaan aangezien een spoorlijn zou worden aangelegd tussen Mekka en Medina. Ook dit is in vervulling gegaan meer dan 1300 jaar nadat deze voorspelling werd gemaakt door de Heilige Profeet(vzmh).

Een Messias vergelijkbaar met Jezus (as) en de steun van God

Vervolgens noemde Zijne Heiligheid (aba) hoe de Beloofde Messias (as) zou zijn lijken op Jezus (as), aangezien beiden door hun volk zouden worden verworpen terwijl ze de zuivere leerstellingen van hun respectievelijke religies presenteerden. Hij zei dat de mensen zo verdiept zijn in de wereld en weinig oog hebben voor hun geloof of voor de Heilige Koran. Zijne Heiligheid (aba) herinnerde ons eraan dat we ons in dit opzicht allemaal moeten beoordelen, zelfs nadat we de Beloofde Messias (as) hebben aanvaard. Deze leerstellingen zullen en worden altijd beschermd door de Almachtige God en in dit tijdperk werd de Beloofde Messias (as) aangesteld om deze taak voort te zetten om de leerstellingen van de Heilige Koran te beschermen, nadat ze zo verkeerd begrepen waren door de moslims.

Zijne Heiligheid (aba) haalde de Beloofde Messias (as) aan toen hij verklaarde dat hij aan de wereld heeft laten zien hoe de Islam superieur is aan alle andere religies. Maar wanneer hij dit aan moslims verkondigde, zouden ze woedend worden en hem vervloeken. Zijne Heiligheid (aba) zei dat dit vandaag de dag nog steeds het geval is. Een vals persoon zou vernietigd zijn door alle tegenstand, maar de Almachtige God was waarlijk met de Beloofde Messias (as) en steunde hem overal en plaatste liefde voor hem in de harten van mensen van over de hele wereld. De Beloofde Messias (as) zei dat de moslims hun dankbaarheid aan God moesten tonen voor het sturen van deze zegeningen vanuit de hemelen om hen op het juiste moment te redden in plaats van te proberen zich tegen hem te verzetten.

De herleving van de Islam en een grote revolutie

Zijne Heiligheid (aba) ging door met het citeren van de Beloofde Messias (as) die verklaarde dat het leven van de Islam ligt in het aanvaarden van de dood van Jezus (as), en net zoals de Almachtige God sprak tot de vorige profeten, zo zprak Hij ook tot hem, maar dit was puur te danken aan zijn onderdanigheid aan de Heilige Profeet (vzmh). Hij was de weerspiegeling van de Heilige Profeet (vzmh) en kwam vanuit zijn eigen Ummah (volk). Hierdoor werd ook hij gezonden als een profeet van God. De Beloofde Messias (as) verklaarde toen dat, sinds hij door God was aangesteld, er voor zijn ogen een revolutie plaatsvond toen de mensen de shirk (het toekennen van deelgenoten aan God) verlieten waarin ze zo diep in verwikkeld waren en zich tot de eenheid van God keerden. Hij zei dat dit alle mensen bereikt en dat ze op een dag allemaal één zullen zijn.

Verzoek voor gebeden

Zijne Heiligheid (aba) verrichtte een gebed dat alle mensen, in het bijzonder de moslims, in staat worden gesteld de boodschap van de Beloofde Messias (as) te begrijpen en de Beloofde Messias (as) te aanvaarden die was gezonden om het geloof te doen herleven. Hij zei ook dat we moesten bidden voor de Ahmadi’s in Pakistan en Algerije, waar de situatie blijft verslechteren. Zijne Heiligheid (aba) verrichtte een gebed dat alle Ahmadi’s worden beschermd door God de Almachtige, maar dat elke Ahmadi zich ook tot de Almachtige God moet wenden, de rechten van God en de mensheid moet vervullen en een speciale band met Hem moet vormen.

Samenvatting van de vrijdagpreek door Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V (moge Allah zijn Helper zijn) gehouden op 19 maart 2021

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Kaliefen – Hazrat Uthman (ra)

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij verder zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra).

Een droom over het martelaarschap van Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Medina in de handen van de huichelaars bleef en zij het drie dagen lang niet toestonden dat het lichaam van Hazrat Uthman (ra) zou worden begraven.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de Heilige Profeet (sa ) een droom zag waarin hij werd geïnformeerd over het martelaarschap van Hazrat Uthman (ra) en dat hij zeer moeilijke omstandigheden zal moeten doorgaan. Hazrat Anas (ra) vertelt dat de Uhud-berg eens aan het schudden was en de Heilige Profeet (sa) zei dat de berg hiermee moest stoppen, aangezien hierop een Profeet, een Siddiq (waarheidsgetrouwe) en twee Shaheeds (martelaren) aanwezig waren. Ook dit was een aanwijzing voor het toekomstige martelaarschap van Hazrat Uthman (ra).

Met betrekking tot de erfenis die Hazrat Uthman (ra) achterliet vertelde zijne Heiligheid (aba) dat zijn financiële bewaarder op de dag van zijn martelaarschap 30,5 miljoen dirham en 150.000 dinars had dat in geheel werd geplunderd door de huichelaars. Hij liet hiernaast 1.000 kamelen achter in een paleis genaamd Rabazah. Er waren ook andere plaatsen waar hij aalmoezen zou geven. Wanneer Hazrat Uthman (ra) rijkdom had, zou hij het in geheel besteden aan het welzijn van de mensen en het aan liefdadigheid schenken.

Overleveringen van de metgezellen over Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde toen de overleveringen van de metgezellen over Hazrat Uthman (ra). Hazrat Ali (ra) verklaarde dat Hazrat Uthman (ra ) zelfs in de hemelen als Dhun-Nurain (bezitter van twee lichten) werd beschouwd . Hij liep voorop bij het verzoenen tussen mensen. Toen Hazrat A’ishah (ra) het nieuws over zijn martelaarschap ontving, zei ze, hoewel ze hem hebben gemarteld, hij de beste in verzoening en meest godvrezende van alle mensen was.

Zijne Heiligheid (aba) zei toen dat er een smeekbede is van de Heilige Profeet (sa) met betrekking tot zijn schoonzonen, waarin hij God smeekte dat niemand van hen het Vuur mocht binnengaan, noch een van zijn schoonvaders.

Het uiterlijk en de kleding van Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde toen een overleveringen over de kleding van Hazrat Uthman (ra). Een metgezel zag hem eens op een ezel rijden terwijl hij twee gele doeken droeg. Een andere metgezel was getuige van Hazrat Uthman (ra) die een toespraak hield terwijl hij een zwart kleed droeg. In een andere verhaling zag een metgezel hem een ​​Jemenitisch kleed dragen dat 100 dirham waard was.

Met betrekking tot het uiterlijk van Hazrat Uthman (ra) verklaarden de metgezellen dat hij niet klein noch erg lang was, hij had een knap gezicht, een zachte huid, een volle baard, sterke gewrichten, brede schouders, vol haar op zijn hoofd en hij zou zijn baard geel verven.

Een metgezel vertelt dat wanneer Hazrat Uthman (ra) een preek zou houden, hij zijn staf zou nemen en deze zou gebruiken om hem te ondersteunen terwijl hij stond. Een andere metgezel zei dat Hazrat Uthman (ra) de knapste der mannen was.

De ring van de Heilige Profeet (sa)

Zijne Heiligheid (aba) vertelde in een incident met betrekking tot de ring van de Heilige Profeet (sa). Toen de Heilige Profeet (as) besloot een brief te schrijven aan de gouverneur van Rome, zei Hazrat Uthman (ra) dat als er geen zegel op deze brief staat, ze deze niet zouden lezen. Daarop liet de Heilige Profeet (sa) een zilveren ring maken waarop ‘’Muhammad Rasul Allah’ gegraveerd was. Deze ring werd vervolgens doorgegeven aan Hazrat Abu Bakr (ra), vervolgens aan Hazrat Umar (ra), en vervolgens, in het kalifaat van Hazrat Uthman (ra), verloor een metgezel per ongeluk de ring. Hazrat Uthman (ra) reikte een grote beloning uit voor degene die de ring kon vinden. Nadat hij de hoop verloor dat de ring teruggevonden zou worden, beval hij dat er nog een ring moest worden gemaakt, vergelijkbaar als de ring van de Heilige Profeet (sa). Deze rong droeg Hazrat Uthman (ra) tot aan zijn overlijden, en werd daarna van hem afgenomen.

Gewaardeerde rang van Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Uthman (ra) deel uitmaakte van de tien mensen die de blijde tijding van het paradijs ontvingen.

De Heilige Profeet (sa) sprak over Hazrat Uthman (ra) die met hem in het paradijs was. Hij verklaarde dat elke profeet een dierbare vriend heeft en dat zijn vriend in het paradijs Hazrat Uthman (ra) zou zijn.

Eens was de Heilige Profeet (sa) met een groep muhajirin (migranten van Mekka naar Medina) waaronder veel gewaardeerde metgezellen waren. De Heilige Profeet (sa) zei tegen iedereen dat ze naast hun metgezel moesten gaan staan. Hierop ging de Heilige Profeet (sa) zelf naast Hazrat Uthman (ra) stond en hiermee verklaarde hij dat hij zijn vriend is, in dit leven en in het volgende leven.

Toen de huichelaars het huis van Hazrat Uthman (ra) hadden omsingeld, zei zijn vrijgelaten slaaf dat ze tegen deze onruststokers moesten vechten. Hazrat Uthman (ra) antwoordde dat, bij Allah, hij niet tegen hen zou vechten, want de Heilige Profeet (sa) had hem iets beloofd en hij wenste dat dat zou worden vervuld.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de huichelaars vaak beschuldingen uitten richting Hazrat Uthman (ra) dat hij achterbleef tijdens onder andere de slag van Badr. Bij het horen van deze beschuldigingen verdedigde Hazrat Ibn Umar (ra) Hazrat Uthman (ra) en onthulde hen de waarheid waarmee alle beschuldigingen werder verworpen.

Hazrat Uthman’s (ra) rol in de uitbreiding en wederopbouw van Masjid Nabawi

Hazrat Uthman (ra) kocht een stuk grond voor 10.000 dirham voor de uitbreiding van Masjid Nabawi en bood het aan, aan de Heilige Profeet (sa). De Heilige Profeet (sa) zei dat hij dit stuk grond van hem zou kopen en in ruil hiervoor zal een huis in de hemel worden geschonken aan Hazrat Uthman (ra). De Heilige Profeet (sa) had de eerste steen van deze moskee in het eerste jaar na Hijra geplaatst. De eerste uitbreiding van de moskee vond plaats in jaar 7 na de Hijra. De moskee werd verder uitgebreid in het kalifaat van Hazrat Umar (ra), maar hij veranderde niets aan de manier waarop het oorspronkelijk werd gebouwd. Toen, gedurende het kalifaat van Hazrat Uthman (ra), werd Masjid Nabawi nogmaals uitgebreid waarbij hij het gebouw verving door stenen muren. Bovendoen verfraaide hij het uiterlijk aanzienlijk. Daarna, na overleg met zijn metgezellen en gezien de behoefte aan een nieuw gebouw, sprak Hazrat Uthman (ra) tot de mensen en informeerde hen dat Masjid Nabawi zou worden herbouwd. Afgezien van enkele metgezellen, was de meerderheid het eens met het voorstel. Hazrat Uthman (ra) wilde dit niemand opdringen, dus kocht hij de nabijgelegen huizen van degenen die geen hinder wilden ondervinden van het herbouwen van de moskee. De wederopbouw van Masjid Nabawi werd voltooid in 30 na Hijra. Hazrat Uthman (ra) bleef het in alle richtingen uitbreiden en verfraaide de muren en deuren. Hazrat Uthman (ra) bouwde ook een muur voor de Mihrab zodat deze beschermd zou worden en zodat de aanwezigen de Imam konden zien.

De Beloofde Messias (as) verklaarde dat hij Hazrat Uthman (ra) vergelijkt met Hazrat Sulaiman (as) omdat ze allebei liefde en passie hadden voor bouwen. Als gevolg van de onenigheid in de tijd van Hazrat Ali (ra) werd een groot deel van de bouwplannen in de wacht gezet en het grootste deel van dit werk werd feitelijk voltooid in de tijd van Hazrat Uthman (ra).

Masjid-e-Haram werd door Hazrat Uthman (ra) ook uitgebreid, in 26 na Hijra. Hij kocht de omliggende eigendommen om de uitbreiding mogelijk te maken. Hij deed er alles aan om zich te verzoenen met degenen die hun huizen niet wilden verkopen en toen ze tegenstribbelden vertelde Hazrat Uthman (ra) hen dat zij dit alleen deze vanwege zijn medeleven, want anders hadden ze het niet aangedurfd dit te doen in de tijd van Hazrat Umar (ra), toen hetzelfde van hen werd gevraagd.

De eerste zeemissie

De eerste zeemissie vond plaats in de tijd van Hazrat Uthman (ra). Ameer Mu’awiyah had er in de tijd van Hazrat Umar (ra) om verzocht, maar hij gaf hem geen toestemming. Toen vroeg hij in het kalifaat van Hazrat Uthman (ra) nogmaals toestemming en nadat hij dit had gekregen, vermaande Hazrat Uthman (ra) hem om niemand te dwingen deel te nemen aan een dergelijke strijd en diegenen te helpen die dat wel wilden. Onder leiding van Abdullah bin Qais Jasi (ra) werden 50 slagen uitgevochten, waarbij geen van de moslims verdronk of gewond raakte.

De Heilige Profeet (s) zei ooit dat degene die het meest op hem leek in moraal, Hazrat Uthman (ra) was. De Heilige Profeet (s) herhaalde dit zelfs tegen zijn dochter en zei haar om hem daarom heel vriendelijk te behandelen.

Gebed voor overledenen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij de dodengebed (in afwezigheid) zou leiden van de volgende overledenen: Mubashar Ahmad Rind, Muneer Ahmad Farrukh, Brigadier Muhammad Latif en Konok Baik Omur Bakuf.


Samengesteld door Afdeling Isha’at van Majlis Khuddam-ul-Ahmadiyya Nederland

Samenvatting van de vrijdagpreek door Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V (moge Allah zijn Helper zijn) gehouden op 5 februari 2021

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Kaliefen – Hazrat Uthman (ra)

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij verder zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra) en de wanorde die destijds ontstond.

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde citaten van de Tweede Kalief, Hazrat Mirza Bashiruddin Mahmud Ahmad (ra), die dit onderwerp in detail adresseerdde. De ordeverstoorders probeerden om Hazrat Uthman (ra) afstand te laten doen van zijn mantel van Khilafat, maar Hazrat Uthman (ra) zei dat dit niet mogelijk was. De rebellen gingen twintig dagen door met deze poging, maar Hazrat Uthman (ra) zei dat hij de mantel die hem door God was geschonken niet kon verwijderen. Hij probeerde met de rebellen te redeneren en adviseerde hen hun pogingen te staken. Maar aangezien ze niet wilden ophouden, zei Hazrat Uthman (ra) dat er een tijd zou komen wanneer hij weg was, waarin dezelfde mensen zich zijn tijd zouden herinneren en zouden wensen dat hij niet zo snel was vertrokken, want ze zouden met grote moeilijkheden worden geconfronteerd. Dit is precies wat later het geval zou zijn.

Het huis van Hazrat Uthman (ra) belegerd

Zijne Heiligheid (aba) zei dat, aangezien de rebellen geen succes hadden, zij na twintig dagen besloten Hazrat Uthman (ra) in zijn huis gevangen te houden en alle toevoerlijnen naar hem af te snijden. Ze hoopten daarbij dat Hazrat Uthman (ra) aan hun eisen zou toegeven. Tegelijkertijd begonnen de rebellen ook andere moslims ontberingen toe te brengen, in zo een mate dat niemand ongewapend hun huis durfde te verlaten uit angst voor hun eigen veiligheid. De rebellen hadden zelfs alle watertoevoer naar Hazrat Uthman (ra) afgesloten en dus stuurde hij een buurman om water voor hem te halen.

Hazrat Ali (ra) waarschuwt de belegeraars

Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen Hazrat Ali (ra) hiervan hoorde hij naar het huis van Hazrat Uthman (ra) ging en aan de rebellen, die op dat moment het huis belegerden, uitlegde dat de manieren die ze hadden aangenomen verkeerd waren en dat ze hiermee moesten ophouden. De rebellen antwoordden echter aan Hazrat Ali (ra) door te zeggen dat ze niet zouden toestaan ​​dat zelfs een enkele druppel water Hazrat Uthman (ra) zou bereiken. Toen zelfs Hazrat Umm Habibah (ra), een vrouw van de Heilige Profeet (sa), met wat water probeerde te spreken en redeneren met de rebellen, begonnen zij de ezel aan te vallen waarop ze reed en keerden zich op zo’n manier tegen haar, dat als bepaalde Madinieten niet in de buurt waren geweest om redding te brengen, Hazrat Umm Habibah (ra) misschien vertrapt zou worden door de rebellen. Dit was de wijze waarop de rebellen zelfs de vrouw van de Heilige Profeet (sa) behandelden.

Hazrat A’ishah (ra) bereidt zich voor op de Hajj

Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen de moslims dit gedrag zagen, de moslims zich realiseerden dat er geen kans was om met deze rebellen te redeneren. Hazrat A’ishah (ra) was op weg naar de Hajj, toen de moslims haar vroegen om toch te blijven en af te zien van haar reis, want dat zou kunnen helpen bij het oplossen van de wanorde. Echter antwoordde Hazrat Aisha (ra) met de vraag of ze wilden dat zij op dezelfde wijze zou worden behandeld als Hazrat Umm Habiba (ra). Op haar weg naar de Hajj ondernam Hazrat A’ishah (ra) echter een poging en deed iets dat de wanorde had kunnen verminderen, namelijk een van hen uitnodigen om samen met haar naar de Hajj te gaan, maar de rebel wees dit aanbod af.

Hazrat Uthman (ra) stuurt een circulaire naar provinciale gouverneurs

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Uthman (ra) een brief aan moslims schreef waarin hij zei dat er enkelen waren die wanorde onder de moslims wilden creëren. Deze mensen realiseerden zich echter niet dat het God Zelf was die een Kalief aanwijst, zoals Hij heeft beloofd in de Heilige Koran. Bovendien heeft God geboden om vast te houden aan dit touw van Allah, maar deze rebellen negeren dit volledig. Hij zei dat hij de ondergeschikte van de Heilige Profeet (sa) was, en zoals God heeft gezegd in de Heilige Koran, degene die trouw beloofde aan de Heilige Profeet (sa) in feite trouw beloofde aan God. Deze rebellen bleven echter niet trouw aan hun belofte van trouw. Hazrat Uthman (ra) zei dat de rebellen drie eisen aan hem stelden; dat hij op dezelfde manier zou worden berispt voor elke straf die hij iemand had gegeven. Als hij het hier niet mee eens was, zou hij zijn positie van Kalief moeten opgeven. Als hij het hier ook niet mee eens was, dan zouden de rebellen hun mannen sturen en de gemeenschap vertellen te stoppen met gehoorzaam te zijn aan Hazrat Uthman (ra).

Als antwoord op deze eisen zei Hazrat Uthman (ra) dat eerdere Kaliefen nooit werden berispt voor beslissingen die ze namen, maar de rebellen wilden hem wel berispen. Dit betekende enkel dat dit een excuus was om hem te vermoorden. Wat betreft het verlaten van de mantel om de Kalief te zijn zei hij dat ze zijn lichaam konden verminken als ze dat wilden, maar hij zou deze mantel, die hem door God was geschonken, nooit verlaten. Wat de derde kwestie betreft, zei Hazrat Uthman (ra) dat hij nooit iemand dwong om trouw aan hem te beloven. Maar als ze mensen hun eden wilden laten breken, dan zouden ze zelf de gevolgen daarvan op zich afroepen.

De rebellen bekogelden het huis van Hazrat Uthman (ra) met stenen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen alle andere streken faalden, de rebellen probeerden Hazrat Uthman (ra) aan te zetten tot het nemen van wraak waardoor ze een excuus zouden hebben om tegen hem te vechten. Ze gingen zelfs zo ver dat ze midden in de nacht stenen in zijn huis begonnen te gooien, in de hoop dat iemand in zijn huis een steen naar hen terug zou gooien. Dat zou dan een vrijwaring zijn voor hen om te vechten. Echter had Hazrat Uthman (ra) iedereen de opdracht gegeven om zich te onthouden van represailles in welke vorm dan ook.

Toen ze zagen dat de rebellen een excuus zochten om Hazrat Uthman (ra) te vermoorden, verzamelden moslims zich rond zijn huis en hielden de wacht. Echter was Hazrat Uthman (ra) zo onzelfzuchtig dat hij een leger van 3.000 mannen dat was gekomen om hem te beschermen vertelde dat zij hun levens niet in gevaar moeten brengen, aangezien de rebellen alleen een probleem met hem hadden. Hij wist dat de metgezellen en zoveel als mogelijk andere mensen nodig zouden zijn om de boodschap van de islam in eer te houden en te bevorderen, en daarom verlangde hij niet dat zij hun levens in gevaar zouden brengen. Maar alsnog, telkens wanneer moslims langs zijn huis kwamen, deden ze hun plicht om hun Kalief te beschermen. Bovendien begonnen moslims het woord te verspreiden en elkaar aan te moedigen om op te komen voor de bescherming van de islam. Grote legers van moslims begonnen zich voor te bereiden.

Waardige inspanningen van de metgezellen om de wanorde tegen te gaan

Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen de rebellen zagen dat de moslims vastberaden waren om hun kalief te beschermen, begonnen de rebellen rebellen zich zorgen te maken om hun eigen bestwil en bedachten dat ze snel zouden moeten handelen in hun poging om Hazrat Uthman (ra) te doden. Zo vielen de rebellen op een nacht het huis van Hazrat Uthman (ra) aan. Er waren een aantal metgezellen buiten zijn huis die dapper verdedigden. Hazrat Uthman (ra) kwam naar buiten met zijn schild en nam die metgezellen mee naar binnen. Hij vertelde hen dat er grotere doelen waren die ze nog moesten vervullen en dat ze dus niet moesten vechten. Toen sommige metgezellen vertrokken in opdracht van Hazrat Uthman (ra), voelden enkele van de seniore metgezellen dat het hoe dan ook hun plicht was om daar te blijven en hun Kalief te beschermen. De rebellen staken vuur aan en brandden de poort aan de voorzijde van het huis af. Toen ze dit zagen, grepen de overgebleven metgezellen hun wapens en gingen naar de rebellen. Hoewel ze met een klein aantal waren, vochten de metgezellen dapper.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij deze incidenten in de toekomst zou blijven belichten.

Zijne Heiligheid (aba) deed opnieuw een oproep voor gebeden voor de Ahmadi’s in Pakistan, die geconfronteerd worden met immer verslechterende omstandigheden.

Gebed voor overledenen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij de dodengebed (in afwezigheid) zou leiden van de volgende dienaren: Maulvi Muhammad Najeeb Khan Sahib, Nazir Ahmad Khadim Sahib, Al Hajj Dr Nana Mustafa Boateng Sahib en Ghulam Nabi Sahib

Samenvatting van de vrijdagpreek door Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V (moge Allah zijn Helper zijn) gehouden op 12 maart 2021

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Kaliefen – Hazrat Uthman (ra)

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij verder zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra).

Amir Mu’awiyyah’s voorstellen aan Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Uthman (ra) zijn laatste Hajj ongeveer een jaar voor zijn overlijden verrichtte. De rebellen waren toen al begonnen met het creëren van hun wanorde. Amir Mu’awiyyah had Hazrat Uthman (ra) vergezeld en stelde voor dat Hazrat Uthman (ra) met hem naar Syrië zou gaan, aangezien de wanorde aan het toenemen was. Hazrat Uthman (ra) antwoordde dat hij onder geen enkele omstandigheid de nabijheid van de Heilige Profeet (s) zou verlaten. Toen stelde Amir Mu’awiyyah voor dat hij een Syrisch leger zou sturen voor Hazrat Uthman’s (ra) bescherming. Hazrat Uthman (ra) antwoordde dat hij niet zou toestaan ​​dat een dergelijke uitgave zou worden gemaakt uit de financiële kas enkel voor zijn bescherming. Toen antwoordde Amir Mu’awiyyah dat de enige reden waarom deze wanorde kon ontstaan was dat seniore metgezellen aanwezig waren in Medina en de rebellen konden denken dat, nadat ze hadden afgerekend met Hazrat Uthman (ra), een van hen de verantwoordelijkheid zou nemen. Hazrat Uthman (ra) zou ze dus moeten wegsturen en hen over verschillende plaatsen moeten verspreiden. Hazrat Uthman (ra) antwoordde dat hij degenen die de Heilige Profeet (vzmh) had verzameld niet kon verspreiden.

Hierop brak Amir Mu’awiyyah in tranen uit en zei dat Hazrat Uthman (ra) op zijn minst zou moeten aankondigen dat, als er iets met hem zou gebeuren, Amir Mu’awiyyah toestemming had om tot vergelding over te gaan. Hazrat Uthman (ra) antwoordde dat wat er ook bestemd was te gebeuren, zou gebeuren, en hij dat hij geen toestemming had dit te doen.

Hazrat Uthman (ra) vermaant hen die de rebellen wilden aanvallen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat terwijl Hazrat Uthman (ra) door de rebellen in zijn eigen huis gevangen werd gehouden, hij tegen de rebellen die hem gevangen hielden zei dat ze hem niet moesten doden. Hij zei dat als ze dat zouden doen, ze nooit samen zouden kunnen bidden, en dat ze ook nooit verenigd zouden zijn in de strijd tegen de vijand. Hij adviseerde hen om niet te vechten. De rebellen namen de woorden echter niet serieus. En dus bad Hazrat Uthman (ra) tot God, dat God zou noteren welke personen zijn huis hadden belegerd en deze opstand hadden veroorzaakt, en dat God hen dienovereenkomstig zou straffen. Er wordt verhaald dat al degenen die aan deze opstand hadden deelgenomen, uiteindelijk allemaal omkwamen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat op de dag dat het huis van Hazrat Uthman (ra) werd belegerd, enkele metgezellen zich bij zijn huis hadden verzameld en erop stonden dat een groep gelovigen aanwezig zou blijven om Hazrat Uthman (ra) te helpen beschermen tegen de rebellen. Hazrat Uthman (ra) zei echter dat niemand zijn bloed mocht worden vergoten alleen voor hem, noch mocht iemand anders het bloed van anderen vergieten alleen voor hem.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Uthman (ra) op deze manier, tot het einde, de rebellen niet de geringste mogelijkheid gaf om hun gruwelijke daden en het vechten tegen hem en de gelovigen te rechtvaardigen.

De rebelse marteling van Hazrat Uthman (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat, toen de rebellen zagen dat toegewijde Moslims zich hadden verzameld bij de deur van Hazrat Uthman (ra), ze wisten dat het moeilijk zou zijn om zijn huis binnen te komen. Daarop besloten ze het huis van een van de buren binnen te gaan en van daaruit over een muur te klimmen. Toen ze het huis van Hazrat Uthman (ra) binnengingen, troffen ze hem aan terwijl hij de Heilige Koran reciteerde. Hazrat Uthman (ra) wist van tevoren dat dit de dag was waarop hij gemarteld zou worden, en daarom had hij twee mensen aangesteld om de wacht te houden bij de financiële kas, zodat, wat er ook gebeurde, niemand uit de financiële kas kon stelen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat eerst de zoon van Hazrat Abu Bakr (ra) naar voren kwam en Hazrat Uthman (ra) hardhandig aan zijn baard trok. Hierop zei Hazrat Uthman (ra) tegen hem dat als zijn vader (Hazrat Abu Bakr (ra)) had geleefd, hij nooit op deze manier zou hebben gehandeld. Toen hij dit hoorde, ging hij weg en vertrok. De andere rebellen vorderden echter en een van hen sloeg Hazrat Uthman (ra) op het hoofd met een ijzeren staaf, en het bloed begon van zijn hoofd te druppelen. De rebellen schopten zonder enige achting tegen de Heilige Koran die Hazrat Uthman (ra) aan het reciteren was. Het bloed van Hazrat Uthman (ra) viel op het volgende vers:

‘… Allah zal u zeker voldoende zijn tegen hen, want Hij is de Alhorende, de Alwetende.’ (2: 138)

Toen bleven de rebellen hem aanvallen. Ze begonnen met hun zwaarden te slaan. Hazrat Uthman (ra) probeerde zich te verdedigen waardoor zijn hand werd afgesneden. Op dat moment zei Hazrat Uthman (ra) dat dit de hand waarmee voor het eerst de verzen van de Heilige Koran zijn opgeschreven (bij de samenvoeging van de Heilige Koran). Op dat moment kwam de vrouw van Hazrat Uthman (ra) naar voren en ging voor hem staan, maar die rebellen aarzelden niet eens om een ​​vrouw aan te vallen. Bij deze aanval werden haar vingers afgesneden. Daarna bleven ze Hazrat Uthman (ra) aanvallen totdat ze hem martelden. “Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen wij wederkeren”

Hazrat Uthman’s (ra) onbevreesdheid

Zijne Heiligheid (aba) ging verder met het citeren van de Tweede Kalief (ra) die het incident verhaalde en zei dat, terwijl de rebellen Hazrat Uthman (ra) aanvielen, ze grof taalgebruik gebruikten jegens zijn vrouw, en zelfs verder gingen dan dat door grof taalgebruik te gebruiken jegens Hazrat A’ishah (ra). Maar ondanks dit alles heeft Hazrat Uthman (ra) nooit het martelaarschap gevreesd. Zelfs eerder, toen hij wist dat deze wanorde aan het ontstaan ​​was, ging hij in zijn eentje naar de moskee om te bidden. Zelfs toen hij in zijn eigen huis gevangen zat, gaf hij de metgezellen (ra) de opdracht om terug naar huis te gaan, in plaats van bij hem te blijven om hem te beschermen. Zelfs toen de rebellen zijn huis binnenkwamen, ging hij zonder enige angst door met het reciteren van de Heilige Koran. Toen zelfs de zoon van Hazrat Abu Bakr (ra) naar voren rukte om hem aan te vallen, was hij in staat hem te kalmeren en hem tot rede te brengen. Alle incidenten die tot zijn martelaarschap leidden, laten dus duidelijk zien dat Hazrat Uthman (ra) niet eens de minste vorm van angst had.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat mensen pas na het martelaarschap van Hazrat Uthman (ra) het ware belang van Khilafat begonnen te begrijpen. Zijne Heiligheid (aba) legde vervolgens de buitengewone eigenschappen uit die Hazrat Uthman (ra) bezat. Zijne Heiligheid (aba) legde zijn gewaardeerde rang uit, en dat zelfs de Heilige Profeet (s) hem zeer respecteerde. Bijvoorbeeld, eens lag de Heilige Profeet (sa) en Hazrat Abu Bakr (ra) liep naar binnen, maar de Heilige Profeet (sa) bleef liggen. Toen kwam Hazrat Umar (ra) binnen, maar de Heilige Profeet (vzmh) bleef liggen. Toen kwam Hazrat Uthman (ra) naar binnen, en de Heilige Profeet (vzmh) begon onmiddellijk zijn kleding recht te trekken en zei later dat Hazrat Uthman(ra) een man was die een grote bescheidenheid bezat, en dus deed hij dit omdat hij zijn gevoelens in gedachten hield. Hazrat Uthman (ra) was een van die zes mensen aan wie de Heilige Profeet (sa) de blijde tijding van een verheven status gaf, en hij was een van die tien metgezellen aan wie de Heilige Profeet (sa) de blijde tijding van het paradijs gaf.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij in de toekomst door zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra).

Gebed voor overledenen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij de dodengebed (in afwezigheid) zou leiden van de volgende overledenen: Maulvi Muhammad Idrees Sahib, Amina Nayga Kare Sahib, Noohi Kazak Sahib en Farhat Naseem Sahiba.

Samenvatting van de vrijdagpreek door Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V (moge Allah zijn Helper zijn) gehouden op 26 februari 2021

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Kaliefen – Hazrat Uthman (ra)

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij door zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra).

Zijne Heiligheid (aba) noemde de slag om Sawari die plaatsvond tussen de moslims en de Romeinen. Constantijn zette een leger van 500 schepen op tegen de moslims. Maar uiteindelijk hadden de moslims de overhand. Evenzo benadrukte Zijne Heiligheid (aba) de overwinningen in verschillende regio’s en landen die de moslims in de tijd van Hazrat Uthman (ra) hebben behaald. Dit zijn onder meer plaatsen als Rome, Armenië en Afghanistan.

De boodschap van de islam bereikt het Indiase subcontinent

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de boodschap van de islam ook het Indiase subcontinent bereikte in de tijd van Hazrat Uthman (ra) . Er is overgeleverd dat Hazrat Uthman (ra) legers naar Mukran en Sindh stuurde, waar de moslims de boodschap van de islam konden verspreiden. Evenzo werd een gezant gestuurd naar wat nu Balochistan in Pakistan is, waar de tegenstanders van de islam werden verslagen. Evenzo werd de boodschap van de islam verspreid naar Kabul, waarvan historici zeggen dat het in die tijd ook deel uitmaakte van het Indiase subcontinent.

Verdeeldheid voorspeld door de Heilige Profeet (sa)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de Heilige Profeet (sa) het feit had voorspeld dat er oppositie zou zijn tegen Hazrat Uthman (ra). De Heilige Profeet (vzmh) zei tegen Hazrat Uthman (ra) dat het zou kunnen zijn dat God hem op een dag een mantel zou schenken om te dragen, en er zouden mensen zijn die zouden willen dat hij het mantel uitdoet. Echter, de Heilige Profeet (vzmh) zei dat als de huichelaars probeerden Hazrat Uthman (ra) deze mantel, die hem door God was gegeven, af te doen, hij die niet moest afdoen. Volgens een andere verhaling vermeldde de Profeet (sa) over een wanorde die spoedig zou ontstaan. Op dat moment liep er een man met bedekte kleding langs. De Profeet (sa) dat wanneer deze wanorde zou ontstaan, zou die persoon zich op het recht geleide pad bevinden.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat tijdens de dagen van zijn ziekte de Heilige Profeet (sa) Hazrat Uthman (ra) riep. Zij zaten alleen en de Heilige Profeet (sa) sprak tot hem. Er is overgeleverd dat toen de Heilige Profeet (sa) tot hem sprak, de kleur in zijn gezicht veranderde. Later, op Yaumud Dar (de dag waarop Hazrat Uthman (ra) werd gemarteld) zei Hazrat Uthman (ra) dat de Heilige Profeet (sa) hem had voorspeld en gewaarschuwd over wat er ging gebeuren.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat het in de tijd van Hazrat Uthman (ra) was dat wanorde onder de moslims begon te ontstaan. Zijne Heiligheid (aba) citeerde de Tweede Kalief (ra), die zei dat sommigen ofwel Hazrat Uthman (ra) ofwel Hazrat Ali (ra) de schuld gaven als de reden van deze wanorde, maar Zijne Heiligheid (aba)  legde uit dat een dergelijke claim volkomen onjuist is, want beiden waren grote dienaren van de islam en hadden zulke hoogten van spiritualiteit bereikt dat ze geen enkele daad konden begaan die in tegenspraak zou zijn met de leerstellingen van de islam.

Bovendien waren de eerste 6 jaar van het kalifaat van Hazrat Uthman (ra) een periode van grote vrede. Hij was ontzagwekkend en onder iedereen enorm gerespecteerd vanwege de grote diensten die hij voor de islam leverde. Hazrat Uthman (ra) stond ook bekend als iemand die de rechten vervulde die aan anderen verschuldigd waren.

Verspreiding van onheil

Er was een groep mensen die valse dingen over de metgezellen van de Heilige Profeet (sa) verspreidden. Ze gingen de mensen rond en uitten hun klachten aan iedereen die wilde luisteren. Langzaam begon deze groep te groeien en werd gemakkelijk beïnvloed omdat ze in de val zouden lopen zodra ze de islam accepteerden en hun geloof zwak bleek te zijn. Bovendien hadden ze nooit de Heilige Profeet (sa) of zelfs zijn seniore metgezellen (ra) ontmoet of enige tijd met hen doorgebracht, derhalve waren ze gemakkelijk te beïnvloeden. Degenen die deze valsheden verspreidden, waren onder meer een aantal van het Joodse volk en ook de minder geleerde moslims.

Barmhartigheid en wijsheid van Hazrat Uthman (ra)

Gedurende de tijd van Hazrat Uthman (ra) broeide deze wanorde op, maar zelfs de daders van de stoornis accepteerden het feit dat ze deze wanorde niet openlijk zouden kunnen verspreiden terwijl Hazrat Oethman (ra) aan de macht was. Hazrat Uthman (ra) rzamelde deze bewuste mensen evenals de metgezellen (ra). Op dat moment begonnen degenen die deze wanorde waren gestart om vergeving te vragen van Hazrat Uthman (ra). De Metgezellen (ra) zeiden echter dat het zelfs toegestaan ​​zou zijn om degenen te doden die deze wanorde aan het veroorzaken waren. Echter, Hazrat Uthman (ra) zei dat hij hun verontschuldigingen zoud aanvaarden en dat er geen reden was om een dergelijke actie te ondernemen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Uthman (ra) de verschillende beschuldigingen die tegen hem werden gemaakt door de huichelaars verhelderde. Er was bijvoorbeeld een bewering dat Hazrat Uthman (ra) tijdens het reizen zijn gebeden niet zou verkorten zoals geïnstrueerd door de Heilige Profeet (vzmh). Hazrat Uthman (ra) verhelderde dat dit maar één keer plaatsvond toen hij naar Mina reisde, en hij hoefde zijn gebed daar niet in te korten omdat hij daar eigendommen bezat, en zijn schoonfamilie woonde ook in Mina. Bovendien was een andere aantijging dat hij jongeren op hoge posities zou benoemen. Hij verduidelijkte echter dat hij alleen degenen benoemde die een hoge mate van vroomheid bezaten en de capaciteit hadden om de verantwoordelijkheid van de gegeven positie op zich te nemen.

Alsnog stonden de Metgezellen (ra) erop dat de mensen die verantwoordelijk waren voor de wanorde zouden worden gedood, maar Hazrat Uthman (ra) zei resoluut dat een dergelijke actie niet zou moeten worden ondernomen, want hij hoopte op de hervorming van die mensen. Dit was het niveau van barmhartigheid getoond door Hazrat Uthman (ra). Helaas deed de getoonde vergeving en barmhartigheid niets bij de huichelaars, en in plaats nam hun onenigheid en de wanorde toe.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij in de toekomst door zou gaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Uthman (ra).

Gebed voor overledenen

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij het dodengebed (in afwezigheid) zou leiden van de volgende dienaren: Abdul Qadir Sahib, Akbar Ali Sahib, Khalid Mahmood-ul-Hassan Bhatti Sahib en Mubarak Ahmad Tahir Sahib.

Waqf-e-Nau Meisjes en vrouwen uit Bangladesh hebben de eer gehad een virtuele ontmoeting bij te wonen met het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap

2 FEBRUARY, 2021 | Persbericht

“Er is niemand anders. Het is alleen Allah de Almachtige. Alleen Allah helpt mij en niemand anders heeft de kracht om mij te helpen.” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Op 31 Januari 2021, heeft het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief, Hazrat Mirza Masroor Ahmad een virtuele online ontmoeting gehouden met meer dan 130 vrouwelijke leden van het Waqf-e-Nau Programma uit Bangladesh.

Zijne Heiligheid zat de ontmoeting voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford, terwijl de Wagf-e-Nau leden deelnamen vanuit het Darut Tabligh Mosque complex in Dhaka, welke dient als het Nationale Hoofdkwartier van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Bangladesh.

Het evenement begon met een recitatie uit de Heilige Koran, gevolgd door een gedicht en uitspraken van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) en een uittreksel van de geschriften van de Beloofde Messias (vrede zij met hem).

De rest van de 55 minuten durende ontmoeting hebben de leden van Waqf-e-Nau de gelegenheid gehad om verschillende vragen te stellen over hun geloof en hedendaagse kwesties.

Als reactie op een vraag over de spirituele status die een vrouw kan bereiken zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Anders dan profeetschap, volgens de Heilige Koran, kan een vrouw de spirituele rang bereiken van een Siddiq (waarheidsgetrouw), Saheed (martelaar), Salihaat (rechtvaardig). Er is een Hadith waarin een vrouwelijke metgezel van de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zijn met hem) vroeg: ‘Mannen kunnen martelaar worden en zij nemen deel aan gevechten en doen grote offers. Maar wij vrouwen die thuis zijn, wat is onze status?’ The Heilige Profeet (vrede en zegeningen zijn met hem) antwoordde: ’Wanneer u uw huizen verzorgt en uw kinderen goed opvoedt en de volgende generatie koestert en waakt over de huizen, dan bereikt u dezelfde beloningen als mannen.’”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:

“Door de morele en spirituele status van uw thuis en een rechtvaardig leven te leiden, kunnen vrouwen een werkelijk geweldige status bereiken. Per slot van rekening zijn zij de moeders van profeten! De Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) heeft inderdaad gezegd dat ‘Het paradijs ligt onder de voeten van moeders’ en dus is de status van een vrouw zo dat wanneer zij kinderen grootbrengen op een vrome manier, dan zullen zij bewijzen het middel te zijn dat deuren naar de hemel opent. Wat kan er groter zijn dan dit? Herinner u dat de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) niet heeft verklaard dat “de hemel onder voeten van vaders ligt’. Dus, de status van een vrouw is zeer hoog. Het is een rang waar niemand mee kan wedijveren – zo lang als een vrouw vastberaden is in haar geloof en ervan verzekerd is van de morele en spirituele opvoeding van de volgende generatie.

Een van de jongere aanwezigen vroeg hoe zij een goede Waqf-e-Nau kan worden vanaf een jonge leeftijd.

Zijne Heiligheid adviseerde haar dat wanneer zij de leeftijd van zeven jaar bereikt, zij moet beginnen met het regelmatig verrichten van de vijf dagelijkse gebeden en het leren lezen en dagelijks reciteren van de Heilige Koran. Zijne Heiligheid zei dat kinderen naar hun ouders moeten luisteren en dat leden van het Waqf-e-Nau programma bekend moeten staan om hun goede karakter.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Herinner je altijd dat een Waqf-e-Nau bent. Je moet je goed gedragen en altijd beleefd doen en aardig zijn naar uw mede meisjes-leden en uw mede leerlingen en laat altijd de hoogste standaard van gedrag zien zodat elke persoon die u kent zal getuigen van het feit dat u extreem welgemanierd bent en een goed karakter heeft. Je kan hen dan vertellen ‘Dat is omdat ik een Waqf-e-Nau ben dat ik mij goed gedraag en het goede zoek.’”

Een Waqf-e-Nau lid vroeg hoe een persoon op de beste manier dankbaarheid kan laten zien aan Allah de Almachtige.

Als antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“De beste manier om dankbaar te zijn naar Allah de Almachtige is dat wanneer u zegt: ‘Alle lof behoort toe aan Allah’ u zult dat moeten doen terwijl u in gedachten houdt dat alle gunsten van God aan u geschonken zijn. Zelfs wanneer een persoon beproevingen onder ogen moet zien, dan moet u deze met geduld verdragen en zich herinneren dat Allah talloze beloningen en zegeningen heeft geschonken. Deze gunsten moeten altijd in uw gedachten geborgen worden en mogen nooit vergeten worden.”

Zijne Heiligheid vertelde het verhaal over een koning en zijn hoveling. De koning bood zijn hoveling een vrucht aan welke erg bitter bleek, desondanks at de hoveling de vrucht op en prees de vrucht zeer en hij toonde zijn dankbaarheid. Toen de koning zich realiseerde dat de vrucht bitter was, vroeg hij de hoveling waarom hij deze de vrucht had geprezen. De hoveling antwoordde dat het ondankbaar zou zijn geweest om de vrucht uit te spugen en te klagen en daarmee alle voorgaande gunsten die hij van de koning  had gekregen zou zijn vergeten, daarom betaamde het hem niet om ondankbaarheid te laten zien.

Zijne Heiligheid vertelde ook een spreuk van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) dat een persoon altijd moet kijken naar hen die minder geluk hebben dan hijzelf in materiele zin en daarom hun dankbaarheid moeten tonen voor de gunsten die God hen heeft laten zien. Echter in de zin van geloof en spiritualiteit, zou een persoon moeten kijken naar een hogere rang en zou moeten proberen die status te bereiken en deze overtreffen. Zijne Heiligheid zei dat dit de weg is om God werkelijk dankbaar te zijn.

Zijne Heiligheid is ook gevraagd hoe hij was als student in zijn seculiere onderwijs en wat hij verlangde te zijn toen hij opgroeide en of Zijne Heiligheid enige leiding kon geven aan diegenen die momenteel studeren.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“U zult er allen naar moeten streven om uit te blinken in uw studies. Zonder studie is het vandaag de dag moeilijk om te overleven en omdat u Waqf-e-Nau bent, heeft u uw leven daaraan gewijd. U moet ernaar streven om een aanwinst te zijn voor de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Daarvoor, door te studeren en kennis te vermeerderen, streef ernaar om te verbeteren en uit te blinken zodat u in staat kan zijn om de levens van de toekomstige generaties te verbeteren en in de positie te zijn hen te leiden en te beschermen.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“Toen ik jong was had ik vele ambities en soms dacht ik dat het ene zou worden en andere keren dacht ik dat ik het andere zou worden. Uiteindelijk heb ik een graad behaald in landbouw omdat ik daar interesse in had en daarna heb ik mij leven toegewijd aan de zaak van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap en Allah gaf mij de mogelijkheid om dat te doen. Hoe dan ook, het verlangen om mijn leven toe te wijden was er een die ik had vanaf kindertijd en ik was in staat om dit te vervullen met God’s Genade.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat verder:

“Ik had vele andere wensen waarbij ik dacht, ik zou dit kunnen worden of iets anders en toen wilde ik mijn leven toewijden. Ik kon niets van deze worden, maar Allah gaf mij de mogelijkheid om mijn leven toe te wijden en uiteindelijk bracht Allah de Almachtige naar deze positie. Hoe het ook is, mijn leiding voor jullie allen is, omdat jullie je levens hebben gewijd, zouden jullie moeten werken met ijver, hard studeren en zoeken naar en het bereiken van een hoge standaard in jullie studies. Zelfs wanneer jullie later niet gaan werken, zullen jullie profijt hebben van jullie scholing en zullen jullie in staat zijn de volgende generatie te helpen.”

Een moeder benoemde de uitdagingen die op haar pad kwamen toen zij haar kind opvoedde. Zij zei dat het opvoeden van haar kleine kind haar vaak uitgeput maakte, Zij zocht leiding bij Zijne Heiligheid hierover.

Als reactie zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Zelfs wanneer u het moeilijk vindt, zou u uw boosheid of frustratie niet naar uw kind moeten uiten. Liever zou u uw kind uit moeten leggen dat u moe bent en dat u gaat rusten en haar verzekeren dat u daarna  met haar zal spelen. Kinderen zijn van nature intelligent en zij begrijpen het. U kunt haar zelfs vertellen dat u moe bent en zij zal uw benen of uw hoofd  masseren en uw kind zal dat ook leuk gaan vinden. Op deze manier kunt u haar leiden en trainen, maar laat uw boosheid niet zien en schreeuw niet tegen haar of zeg iets negatiefs tegen haar.

De moeder die deze vraag stelde vroeg ook welk gebed zij zou moeten reciteren om op de beste manier haar emoties onder controle te houden. Daarop zei Zijne Heiligheid dat zij Durood Shareef zou moeten reciteren – aanroepen van zegeningen van de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zijn met hem)

In een andere vraag is aan Zijne Heiligheid gevraagd dat los van God wie een bron van emotionele steun is geweest waar Zijne Heiligheid op kon steunen tijdens de periode waarin het kalifaat in het licht van tegenslag en intens verzet en vervolging welke de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap onder ogen heeft moeten zien.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad antwoordde en zei:

“Er is niemand anders. Het is alleen Allah de Almachtige. Alleen Allah helpt mij en niemand anders heeft de kracht om mij te helpen.”

Aan het einde van de ontmoeting heeft Zijne Heiligheid gebeden dat de Waqf-e-Nau leden degene zijn die hun beloften nakomen door hun leven toe te wijden aan de zaak van Islam.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Moge Allah de Almachtige u beschermen en u veilig houden. Als leden van het Waqf-e-Nau programma, moge u allen komen tot vervulling van het ware doel en de doelstelling van de toewijding van uw levens voor de zaak van uw geloof en dat u degenen zult zijn die de volgende generatie zullen koesteren en beschermen op de beste manier. Moge een vrome Ahmadi Moslim generatie worden geboren en dat zij degene mogen zijn die de boodschap van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap  en de boodschap van de Islam in Bangladesh mogen verspreiden. Ik zal ook bidden dat u snel verlost zal worden van kwade koppelingen van de fanatieke religieuze geestelijken in uw land en moge Allah de Almachtige altijd uw Helper en Beschermer zijn.

Leden van Waqf-e-Nau uit Bangladesh hebben de eer gehad om een virtuele ontmoeting met het Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap

1 FEBRUARY, 2021 | Persbericht

“Probeer altijd uw band met het Kalifaat te versterken” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Op 30 Januari 2021, heeft het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad een virtuele online ontmoeting gehad met 135 mannelijke leden van de Waqf-e-Nau Project uit Bangladesh.

Zijne Heiligheid zat de ontmoeting voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford terwijl de Waqf-e-Nau leden deelnamen vanuit het Darut Tabligh Moskee complex in Dhaka, welke dient als het Nationale Hoofdkwartier van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Bangladesh.

Het evenement startte met een recitatie uit de Heilige Koran, gevolgd door een gedicht en uitspraken van de Heilige Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zijn met hem) en de Beloofde Messias (vrede zij met hem).

Voor de rest van de één uur durende bijeenkomst hadden de leden van Waqf-e-Nau de gelegenheid om een reeks vragen te stellen aan Zijne Heiligheid betreffende hun geloof, levenslange devotie en hedendaagse problemen.

Reagerend op een vraag over hoe een Waqf-e-Nau zijn belofte en toewijding voor het leven tot dienst van de Islam beter kan vervullen zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Voor uw geboorte hebben uw ouders uw leven toegewijd aan de zaak van de Islam en toen u de leeftijd van 15 jaar bereikte heeft u de band met Waqf-e-Nau hernieuwd. Wanneer u dit in gedachten houdt, dan zult u herkennen dat u een toegewijde bent voor het leven voor de zaak van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap en dat het daardoor in de eerste plaats en vooral de plicht is van een Waqf-e-Nau om de geboden van Allah te gehoorzamen, te volgen en te praktiseren… U kunt de geest van Waqf-e-Nau alleen in stand houden wanneer u zich realiseert dat de geboden en de bevelen die gegeven zijn in de Heilige Koran door Allah de Almachtige te volgen.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat door:

“U moet de vijf dagelijkse gebeden opdragen en de beste manier voor jongens is om de vijf dagelijkse gebeden op te dragen in de congregatie. Bidt in die gebeden vurig voor Allah dat Hij u redt van kwade zaken en u in staat stelt om te voldoen als Waqf-e-Nau en aan alle geboden van Allah de Almachtige op te volgen. In de tweede plaats zult u ook de Heilige Koran dagelijks moeten reciteren en niet alleen de Heilige Koran moeten reciteren in het Arabisch maar ook proberen de betekenis te begrijpen.”

Zijne Heiligheid heeft ook uitgelegd dat het onderhouden van een sterke relatie met het Kalifat van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap van vitaal belang is.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Probeer altijd uw band met het Kalifaat te versterken en dat kan alleen wanneer u luistert naar alle aanwijzingen, toespraken en instructies die door de hedendaagse Kalief aangeboden worden. Op die manier kunt u uw geloof versterken en een goede Waqf-e-Nau zijn.

Een van de jongere Waqf-e-Nau aanwezigen vroeg waarom God het coronavirus heeft gestuurd.

Als reactie zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Vele ziektes komen in de wereld. Bijvoorbeeld een tyfus uitbraak van tijd tot tijd of griep of andere ziektes. Sommige van die ziektes die wijd verbreide wereld pandemieën worden, zijn gezonden door Allah de Almachtige om de mensheid er aan te herinneren dat er een God is zodat zij naar Hem toe kunnen komen en naar vergeving kunnen zoeken voor hun zonden en zichzelf te redden van ziektes en goede daden te doen.”

Een van de aanwezigen benoemde dat Zijne Heiligheid hem had bestemd om als arts in een ziekenhuis in Liberia te dienen welke wordt gerund door de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Hij vroeg voor gebed en leiding van Zijne Heiligheid.

Hierop zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Mijn leiding voor u is dat u de Afrikaanse mensen zou moeten dienen met oprechtheid en een dienende geest. De Afrikaanse mensen zijn zulke mensen dat wanneer zij goed behandeld worden en er goed voor hen wordt gezorgd dat zij u oprecht dankbaar zullen zijn en ook blij zijn met de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap die hen dient. Wanneer u zich niet goed gedraagt en geen goed voorbeeld geeft en in plaats van hen gepast te dienen als een levenslange toegewijde arts, dan zult u onze gemeenschap onteren. Herinnert u zich altijd dat u daarheen gaat voor de zaak van Allah met een dienende geest voor de mensheid. Daarom moet u God behagen door de mensen te dienen.

Een andere arts benoemde dat hij dient als levenslang toegewijde in een medische faciliteit die gebouwd is door de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Bangladesh. Ook hij vraagt om gebeden en leiding.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“U moet hard werken en bidden. Een arts moet zich altijd herinneren dat Allah degene is die mensen geneest en daarom is het dat wanneer u een patiënt gaat zien, dat u dat doet nadat u heeft gebeden en wanneer u een recept voorschrijft, schrijft u bovenaan dat recept ‘Huwash-Shafi” [“God is degene die geneest’] … En in uw gebeden in de avond bidt u voor de patiënten die u heeft gezien, dat Allah hen volledige genezing schenkt aan hen. Allah geeft Zijn genezing (Shifa) in uw handen.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:

“Behandel elke patiënt met grote vriendelijkheid en speciale aandacht. Wanneer u dat doet dan zullen veel ziektes van de patiënten verbeteren eenvoudig door uw goede manieren wanneer u bij hen aan het bed zit. De andere helft van de genezing gebeurt door medicatie. Wanneer u bidt en medicijnen geeft maakt Allah het mogelijk dat uw behandeling succesvol zal zijn bij een maximaal aantal van de patiënten die bij u komen en via u, zal Allah hen weer gezondheid geven.

Een Waqf-e-Nau vroeg naar welke actieve manieren van vermaak de leden van Waqf-e-Nau project zouden moeten kijken. Zijne Heiligheid noemde dat in plaats van TV drama’s of films te bekijken, leerzame programma’s bekijken beter zou zijn. Verder markeerde Zijne Heiligheid weer het belang van de vijf dagelijkse gebeden en zei dat de Heilige Koran heeft genoemd dat het opdragen van de vijf dagelijkse gebeden een persoon stopt om zich over te geven aan immoraliteit en dus zal men al het mogelijke moeten doen om de gebeden met volle ijver op te dragen.

Zijne Heiligheid adviseerde verder dat het beter is om buitenshuis activiteiten en sport op te nemen in het programma en te zoeken naar goed gezelschap als vrienden. Beter dan spelletjes te doen op de computer en online games te spelen die iemand lui maakt en de mentale gezondheid beïnvloedt.

Als antwoord op een volgende vraag over luiheid en hoe dit te vermijden, verklaarde Zijne Heiligheid dat kinderen en jong volwassenen zouden moeten zoeken naar hard en consistent werken. Hij adviseerde hen om een dagelijks tijdschema te maken om zich ervan te verzekeren dat zij hun uren op een productieve en efficiënte manier besteden. En elke dag zou moeten beginnen met het aanbidden van God de Almachtige.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Hoe wij van luiheid af kunnen komen? Met vastberadenheid. Maak er een punt van om niet lui te worden. U moet ten eerste vroeg op staan in de ochtend voor de Fajr gebeden en het reciteren van de Heilige Koran. U moet er in uw gebeden tot Allah de Almachtige voor bidden dat Hij uw luiheid doet verdwijnen.

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat verder:

“Op de eerste plaats staat persoonlijke vastberadenheid. Niemand anders kan u hierbij helpen. U moet zelf uw maatregelen nemen. Een arts kan alleen een recept voorschrijven. Hij kan u het medicijn niet met geweld in laten nemen. U zult uw eigen behandeling moeten uitvoeren. Draag uw vijf dagelijkse gebeden op tijd op en bid tot Allah de Almachtige dat Hij uw luiheid doet verdwijnen.”

Lajna Imaillah Ghana hebben de eer gehad om een Virtuele Ontmoeting met het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap bij te wonen

26 JANUARY, 2021 | Persbericht

“Ik hoop dat Ghana Lajna een van de beste Lajna in de wereld kunnen worden” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Op 24 Januari 2021, hield het Wereldwijde Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief, Zijne Heiligheid Hazrat Mirza Masroor Ahmad een virtuele online ontmoeting met de leden van de Nationale Amila (Uitvoerend) van Lajna Amila Ghana (Ahmadiyya Moslim Vrouwen Hulporganisatie)

Zijne Heiligheid zat de ontmoeting voor vanuit zijn kantoor in Islamabad, Tilford terwijl de Nationale Amila leden aansloten vanuit de Wahab Adam MTA Studios in Bustan-e-Ahmad in Accra.

Tijdens de ontmoeting schetste Zijne Heiligheid de verschillende verantwoordelijkheden die zijn toegewezen aan de gerespecteerde Lajna leden en hij gaf hen leiding om de activiteiten van hun departementen te kunnen verbeteren.

Een Amila lid vroeg Zijne Heiligheid welke verwachtingen hij heeft van Lajna Imaillah Ghana.

In een gedetailleerd antwoord zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Mijn verwachtingen zijn dat 100% van uw Lajna leden regelmatig hun vijf dagelijkse gebeden zouden moeten aanbieden. Mijn verwachting is dat 100% van uw Lajna leden dagelijks de Heilige Koran zouden moeten reciteren. Mijn verwachting is dat op zijn minst 50% van de Lajna leden zich moeten betrekken bij het prediken en de Tabligh activiteiten. Mijn verwachting is dat 100% van de Lajna leden een boek van de Beloofde Messias (vrede zij met hem) zouden moeten bestuderen. Mijn verwachting is dat alle getrouwde Lajna leden hun kinderen zouden moeten trainen en opvoeden op zo’n manier dat zij goede Ahmadi Moslims worden.”

 Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei verder:

“Mijn verwachting is dat alle Nasirat leden regelmatig zijn in het aanbiden van hun gebeden en het reciteren van de Heilige Koran en dat zij hun Islamitische kennis proberen te vergroten. Probeer te leren wat de Beloofde Messias (vrede zij met hem) van ons verwacht – Dat is ons niveau van vroomheid en rechtvaardigheid vergroten. Het is mijn verwachting dat alle Lajna leden het ‘motto van  bescheidenheid’ zouden moeten volgen en dit ‘onderdeel laten zijn van hun geloof’. Dit zijn dus enkele van mijn verwachtingen en wanneer u deze uit laat komen dan zal u een van de beste Lajna’s van de wereld zijn en ik hoop dat Ghanese Lajna een van de beste Lajna’s in de wereld zullen zijn.

 Als reactie op een vraag over hoe Ahmadi Moslims zouden moeten bidden zodat de wereld een volgende wereldoorlog zal vermijden, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“De beste manier is in de eerste plaats om uzelf te hervormen en te proberen de leringen en de geboden van de Heilige Koran te volgen die ons gegeven zijn in de Heilige Koran en te proberen om een goede Moslim te zijn.  Wij moeten de leringen van de Islam volgen. Terwijl wij onuitputtelijk onze vijf dagelijkse gebeden moeten doen, moeten wij vurig bidden dat ‘Allah de Almachtige ons redt van de kwelling van de wereldoorlog en ons ook zal redden van de ziekteverschijnselen van het Corona virus en ons ook zal redden van alle kwade dingen zodat de wereld een plaats van vrede zal worden voor ons.’”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad gaat door zeggende:

“Dus wij moeten als eerste onszelf hervormen en wij moeten onszelf verbeteren, wij moeten proberen de geboden van de Heilige Koran te volgen die ons door Allah de Almachtige zijn gegeven. Wanneer wij dat doen, God willende, dan zal Allah de Almachtige alle moeilijkheden verwijderen en Hij zal deze wereld maken tot een vredevolle wereld  waarin het leven zal zijn als in de hemel. Allah de Almachtige zegt in de Heilige Koran dat u zich kan ontwikkelen en een paradijs kan creëren op aarde en dat kan alleen bereikt worden wanneer u de geboden van Allah de Almachtige volgt.”

Een van de Amila leden vroeg hoe zij zich kunnen verzekeren van 100% geletterdheid onder de leden van Lajna Imaillah en Nasiratul Ahmadiyya.

Als reactie zei Zijne Heiligheid dat Lajna Imaillah Ghana zouden moeten trachten dat alle Ahmadi Moslim meisjes geletterd zijn en gepaste scholing krijgen. Verder zouden allen die behoefte hebben aan hoger onderwijs de gelegenheid moeten krijgen dit na te streven.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“De Nasirat Secretaris [Secretaris voor meisjes] zou dit tot een doel moeten maken zodat alle Nasirat meisjes op zijn minst hun middelbare school af moeten maken. Wanneer de meisjes toetreden tot Lajna Imaillah, zou de secretaris Umoor-e-Talibat (Studenten Zaken) hun talenten moeten onderkennen. De meisjes zouden de gelegenheid moeten krijgen om een betere en hogere opleiding te volgen en naar de universiteit moeten gaan. Wanneer door financiële of andere beperkingen zij dit niet kunnen doen, dan zullen wij hen moeten helpen zodat wij het talent of potentieel van zelfs één meisje niet verspillen.”