Vraag-en-antwoordsessie met Hazrat Mirza Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn) in het Nederlandse Parlement

Algemene introductie voorafgaand aan de toespraak en vraag-en-antwoordsessie met het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

In zijn voortdurende inspanningen om de boodschap van de ware Islam te verspreiden, bracht Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, de Khalifa van de Islam en het hoofd van de internationale Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, een bezoek aan verschillende regeringen over de hele wereld. Tijdens deze bezoeken inspireerde en intrigeerde Zijne Heiligheid de nationale leiders van verschillende continenten door de leer van de Islam uiteen te zetten en oplossingen aan te dragen voor enkele complexe hedendaagse wereldproblemen. Onder de vele parlementen die Zijne Heiligheid heeft toegesproken, wordt de Tweede Kamer de nieuwste toevoeging. Op 6 oktober 2015 werd Hazrat Mirza Masroor Ahmad door het Nederlandse parlement, via de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, uitgenodigd voor een ontmoeting met vertegenwoordigers van de grootste landelijke partijen om hen te adviseren over de bestrijding van extremisme en religieus fanatisme. Het Nederlandse parlement ligt in een groot complex van gebouwen dat bekend staat als het Binnenhof. Het is de ontmoetingsplaats van zowel de Eerste als de Tweede Kamer en huisvest het kantoor van de premier.

De vergadering werd voorgezeten door Kamerlid Harry van Bommel, de waarnemend voorzitter van de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken voor het Nederlandse parlement en lid van de Socialistische Partij (SP). Onder degenen die verschillende andere partijen vertegenwoordigden, waren Kamerlid Michiel Servaes van de Partij van de Arbeid (PvdA), Kamerlid Pieter Omtzigt van de partij Christen-Democratisch Appèl (CDA), Kamerlid Han ten Broeke van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), en Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma van de politieke partij Democraten 66 (D66).

Introductie van Harry van Bommel (SP) voorafgaand aan de toespraak en vraag-en-antwoordsessie:

“Dames en heren, namens de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van het Nederlandse parlement zou ik graag Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, het hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, welkom heten. Ik wil ook graag onze collega-parlementariërs verwelkomen uit Zweden, Spanje, Ierland, Kroatië en Montenegro. Tot slot zou ik graag de ambassadeurs van Spanje en Denemarken verwelkomen. Deze bijeenkomst wordt live uitgezonden naar een publiek in Nederland, maar ook voor de kijkers in het buitenland. Ik heet jullie allen welkom.

Uwe Heiligheid, het is een eer voor de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om u vandaag te mogen ontvangen in het Nederlandse parlement. We zijn ons bewust van de positie van Ahmadi’s wereldwijd en we beseffen dat de gemeenschap in Nederland relatief klein is. We zijn blij dat u bereid bent om uw mening met ons te delen ten behoeve van het bevorderen van vrede en interreligieuze harmonie. Staat u mij toe, voordat u dat doet, om de leden van het parlement die aanwezig zijn kort te introduceren.

Aan mijn linkerzijde is de heer Ten Broeke van de liberale partij (VVD). Naast de heer Ten Broeke is de heer Servaes van de Partij van de Arbeid (PvdA). Naast meneer Servaes is de heer Omtzigt van het CDA, en mijn naam is Harry van Bommel. Ik ben van de Socialistische Partij (SP). Nu zou ik u graag het woord willen geven om ons toe te spreken.”

Hierna volgde een toespraak van het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn). Deze toespraak is reeds geplaatst. Link: https://islamnu.nl/kalifaat/ en: https://bieb.islamnu.nl/product/toespraak-voor-de-parlementaire-vaste-commisie-van-buitelandse-zaken/

 

Vervolgens werd er een vraag-en-antwoordsessie gehouden met het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn), zie hieronder.

Harry van Bommel (SP):

“Uwe Heiligheid, hartelijk dank dat u ons toesprak. Ik zou nu graag mijn collega’s de gelegenheid willen geven om enkele opmerkingen te maken of vragen te stellen, te beginnen met de heer Ten Broeke van de VVD, de liberale partij. Meneer Ten Broeke, aan u het woord.”

De heer Ten Broeke (VVD):

“Dank u, meneer de voorzitter, en dank u, Uwe Heiligheid, voor uw aanwezigheid hier. Het is zeldzaam dat we in ons midden een religieus leider hebben in deze Kamer. U heeft ons veel geleerd over de lezingen van de Koran, en omdat u een voorstander bent van de Islam en de vrede, zien we toch bijna overal in de gehele Islamitische wereld zoveel oorlog, vervolging en geweld.

Daarom zou ik graag enkele gedachtegangen aan u voorleggen die ik heel graag beantwoord zou willen zien. De eerste is dat ik uw mening zou willen horen over de vraag of het volgens u mogelijk is dat de Profeet en de Islam worden bekritiseerd. U gaf een uitgebreide uitleg over wat er in de Koran staat, maar zoals u begrijpt, heeft de Koran in een liberale democratie geen jurisdictie. Dat is het wetboek van strafrecht; het is de rechtsstaat die moet handelen. 

Stemt u in met de opvatting dat elke aanval op de Islam en de Profeet moet worden beoordeeld volgens de rechtsregels, en niet op basis van de Koran of de Bijbel?

De laatste gedachtegang die ik graag aan u wil voorleggen is of u accepteert dat de vrijheid van meningsuiting ook de vrijheid van godsdienst omvat? Heel erg bedankt.”

Drs. J.H. ten Broeke
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(VVD) 

Harry van Bommel (SP):

“Uwe Heiligheid, aan u het woord.”

Het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Zoals ik in mijn toespraak uiteenzette: het feit dat mensen de ware leer van de Islam zijn vergeten, is de reden waarom ze zijn afgeweken van die ware leer. Wat ze beoefenen, is niet de ware leer van de Islam. Dit was, denk ik, duidelijk af te leiden uit mijn toespraak.

Uw tweede vraag ging over het feit dat er in het recente verleden een aantal slechte woorden werd uitgesproken of dat de status van de Profeet (moge de vrede en de zegeningen van Allah met hem zijn) van de Islam werd ondermijnd, en dat er daarop een reactie kwam van de Moslimgemeenschap. Onze reactie was dat het niet gerechtvaardigd is om op dezelfde wijze wraak te nemen, om iemand te doden, of om de wet van het land in eigen hand te nemen. We hebben nooit op deze manier wraak genomen. We reageerden niet op deze manier. In plaats daarvan was onze reactie als Moslimgemeenschap: ik sprak hierover in mijn preken, die op grote schaal worden beluisterd in bijna de hele wereld via ons MTA-tv-kanaal.

Ik zei dat dit niet de juiste reactie was. De ware reactie is dat we moeten trachten om de vredelievende leer van de Islam eigen te maken. Elke Ahmadi, elke Moslim, dient zijn Islamitische leer uit te dragen. Het moet vanuit uw diepste wezen worden uitgedragen dat dit de ware Islamitische leer is. Vervolgens moeten we, als religieuze gemeenschap, tot God bidden: moge Allah de mensen van de wereld verstand bijbrengen, degenen die trachten de dienaren van God te vernederen, ongeacht of het de Heilige Profeet (moge de vrede en de zegeningen van Allah met hem zijn) van de Islam, Jezus, of iemand anders is.

Derhalve moeten alle religieuze leiders op een passende manier worden gerespecteerd. Kijk, als u zich bezighoudt met bespottingen, zoals ik al zei in mijn toespraak, als u probeert profeten of andere leiders belachelijk te maken, dan is er een natuurlijke reactie van sommige mensen die op dezelfde manier wraak zullen nemen. Soms kunnen ze hun driften niet beheersen. Het is een tweerichtingenstroom: geven en nemen. Eenieder moet een ander mens respecteren; dat zijn menselijke waarden. We moeten rekening houden met die menselijke waarden.

Wat betreft de wet van het land, heb ik al uitgelegd: als de wet u toestaat om te zeggen wat u wilt, goed, dat is prima. Maar wetten worden door mensen gemaakt, en dit is de reden waarom er van tijd tot tijd zoveel wetswijzigingen zijn geweest in bijna elk deel van de wereld. Wanneer u een wet uitvaardigt, maakt u er na verloop van tijd een wijziging in. Dit betekent dat u niet tevreden bent met de wet die u had vastgesteld. Wanneer de omstandigheden veranderen, denkt u: “Nu moeten we de wet veranderen,” of: “Deze wet biedt niet de juiste oplossing voor het huidige probleem.”

Daarom kunt u niet zeggen dat de wet perfect is, en ook niet dat het juist is als de wet van het land het leiderschap of een persoon vernederd. Goed, u hebt het recht om te zeggen wat u wilt. Maar naar mijn mening moet u niet in mijn bijzijn kwaadspreken over iemand van wie ik houd. In de westerse wereld heeft men inderdaad het recht om openlijk tegen een ander te spreken, ongeacht of hij een Profeet (moge de vrede en de zegeningen van Allah met hem zijn), een leider, of iemand anders is. Maar volgens mij moeten menselijke waarden u ervan weerhouden dit te doen.

Zelfs als de wet zegt dat er vrijheid van meningsuiting is – goed, er is vrijheid van meningsuiting – dan nog moet u een aantal beperkingen op deze vrijheid stellen. Anders zal er onrust en frustratie in de wereld zijn, en dat is wat we hebben gezien. Als u iets positiefs hebt ervaren met deze reactie, goed, dan zal ik toegeven dat u hiermee door kunt gaan. Maar zoals u weet, ontstaat er een massale reactie vanuit de Islamitische wereld op dit punt: wanneer u de Profeet (moge de vrede en de zegeningen van Allah met hem zijn ) tracht te vernederen. Dan zou u moeten overwegen waarom we dergelijke acties moeten ondernemen (die onrust veroorzaken), of waarom we de nadruk moeten leggen op die uitingen die de gevoelens van anderen kwetsen.

Zodoende zijn menselijke waarden in mijn ogen het belangrijkste.”

Harry van Bommel (SP):

“Dank u zeer. Mister Servaes, Partij van de Arbeid (aan u het woord).”

Michiel Servaes, Partij van de Arbeid (PVDA):

“Dank u, voorzitter, en dank u, Uwe Heiligheid, voor uw bezoek. Het is altijd goed om zoveel mensen hier in het parlement te zien. Wij nodigen u graag uit om het debat op donderdag bij te wonen over ook weer een ander buitenlands beleid. Want we hebben zelden zo’n groot publiek voor onze debatten. Maar goed, ik ben een beetje in twijfel waar ik op moet concentreren, maar ik denk dat ik zal doorgaan over de kwestie die werd aangesneden door mijn collega. Wij als parlement zijn een onderzoeksorgaan, we houden ervan om in de diepte van het probleem te kijken, we willen het concreter maken. Ik ben het eens met u dat er bepaalde dingen zijn die men kan zeggen over de religie van een ander die de andere persoon kunnen kwetsen. Uit respect en uit het oogpunt van een fatsoenlijke samenleving zou ik altijd adviseren om respect te hebben en altijd respect te tonen voor de religie van andere personen, misschien zelfs bij de afwezigheid van geloof. En ik geloof ook in, misschien dat de wet niet perfect is, maar ik geloof wel in het principe dat uiteengezet is door de Franse filosoof Voltaire. Waarschijnlijk kent u zijn beroemde citaten, dat zelfs als u niet akkoord gaat met wat iemand zegt of zoals Voltaire zelf zei: “Ik zal uw recht om iets te zeggen tot de dood aan toe verdedigen”. En hoewel van goede smaak of uit respect, kan ik een mening hebben over bepaalde uitdrukkingen, denk ik toch dat iedereen het recht heeft om het te zeggen. En ik heb opgemerkt bij enkele van de opmerkingen die u hebt gemaakt in het verleden dat u kritisch was over wat de heer Geert Wilders zei over de Islam. Maar ook over de cartoons die werden gepubliceerd in een Deense krant enkele jaren geleden en meer recentelijk in het Franse Charlie Hebdo-tijdschrift. Mijn vraag is, ondanks dat u zoals ik denkt, dat niet al die uitingen (bespottingen van de Profeet) getuigen van een goede smaak, onderstreept u toch dat deze mensen het recht hebben om te zeggen wat ze willen zeggen, of voor de cartoonist dat ze het recht hebben om hun mening te uiten in de manier waarop ze dat doen door het maken van de tekeningen? Bent u het eens met Voltaire?”

Dhr. M. Servaes
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(PVDA) 

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Voor zover het recht op vrijheid van meningsuiting betreft, eenieder kan dat natuurlijk doen, het is vastgesteld in uw wet, de wet van het land, en tegenwoordig in bijna elk democratisch land. Het is toegestaan, wat men ook wil zeggen, dat het gezegd kan worden, dit is de vrijheid van meningsuiting. Maar wat ik bedoel is dat, ondanks het feit dat u vrijheid van meningsuiting hebt, er toch enige beperkingen moeten zijn op deze vrijheid. Wanneer u ziet dat het onrust en pijn bij iemand veroorzaakt, dan moet u een aantal beperkingen stellen op dat punt. Wij vergelden hoe dan ook niet op die manier. Naar mijn mening zult u de menselijke waarden moeten eren om vrede te doen ontstaan, om vrede in de wereld te scheppen. En menselijke waarden zijn er om rekening te houden met de gevoelens van anderen. En het blijft niet hierbij, wanneer u ook wilt zeggen wat er in uw gedachten is, dan bent u daar natuurlijk vrij in. Maar ondanks het feit dat u het kunt zeggen, als u echter rekening houdt met de gevoelens van anderen, dan zult u twee keer nadenken voordat u iets zegt wat problemen kan veroorzaken en de vrede van de samenleving kan vernietigen.”

Michiel Servaes, Partij van de Arbeid (PVDA):

“Nou, gewoon om hier even verder op in te gaan, in feite pleit u voor de beperking van de vrijheid van meningsuiting. En waar u de grens trekt is blijkbaar waar mensen over het geloof van anderen spreken, daar pleit u voor een beperking, maar ziet u de risico’s daarvan in? Als u een beperking van de vrijheid van meningsuiting in de wet van het land instelt, dan zal dit in de werkelijkheid worden misbruikt door de politieke leiders, door anderen, om het debat in een land te stoppen, want als u één beperking van de vrijheid van meningsuiting instelt, waar zouden we de grens dan moeten leggen?”

Dhr. M. Servaes
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(PVDA) 

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Ik zeg niet dat u wettelijke beperkingen op de vrijheid van meningsuiting moet leggen. Maar wat ik bedoel is dat we het belang van de vrede en het belang van de gevoelens van anderen moeten beseffen. Als we dit beseffen, dan zal ieder weldenkend mens twee keer nadenken voordat hij iets verkeerds zegt tegen een andere persoon. Als volgens u de vrede van de samenleving het belangrijkste en voornaamste is, dan denk ik, ondanks het feit dat men de vrijheid heeft om te zeggen wat hij wil, een verstandige persoon toch twee keer zal nadenken. Voor zover het mij betreft, zal ik nooit iets slecht over iemand zeggen. Zelfs in uw dagelijkse zaken in uw huis, als u de gevoelens kwetst van uw vrouw of uw broer of iemand anders wat dat betreft, dan ontstaat er onrust in het huis en u zou willen dat u de woorden niet had geuit. Het zou beter zijn geweest. Dus hangt dit alles af van de overwegingen die u maakt. Als iedereen vrij is om iets te zeggen, waarom kan men dan niet spreken over antisemitisme? U kunt niet spreken over de Joden, toch? Wat er gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ieder mens heeft dat recht, desondanks wordt het toch op grote schaal afgekeurd. Weet u, er zijn zelfs landen die u bij de wet zullen aanklagen wanneer u spreekt over Joden en wat er is gebeurd en over antisemitisme. Het betekent dus dat er ergens een aantal beperkingen zijn die reeds opgelegd worden door de wet.”

Harry van Bommel (SP):

“De heer Omtzigt van het Christen-Democratisch Appèl (CDA).”

De heer Omtzigt van het Christen-Democratisch Appèl (CDA):

“Dank u en dank u voor uw heldere toespraak en voor de bevordering van vrede. Het is mij bekend dat uw gemeenschap lijdt, bijvoorbeeld in uw eigen land Pakistan, en de Pakistaanse grondwet erkent u zelfs niet als Moslims als gevolg van het tweede amendement. Op zo’n manier dat u in een lastige positie bent als een minderheid binnen een Moslimstaat. Als men vanuit dat perspectief naar het Midden-Oosten, naar de oorlogen in Syrië en Irak kijkt, de oorlog breidt zich uit naar een aantal landen eromheen. En een flink aantal van de vechtende groepen beschouwen zichzelf als Moslims en in de naam van hun religie strijden en doden zij andere Moslims of andere religieuze minderheden. Wat is uw standpunt ten opzichte van die moorden en wat kunnen we doen om ze te stoppen?”

Dhr. P. Omzigt
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(CDA) 

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Kijk, wat er vandaag in de Moslimwereld gebeurt en in Syrië en Irak. Er is een conflict tussen de regering en de rebellen, ze noemen zichzelf rebellen en u noemt hen of laat ik zeggen sommige mensen noemen hen vrijheidstrijders. Ze willen het leiderschap ofwel de regering afzetten. Maar beide partijen worden bevoorraad met wapens, munitie en arsenaal. En ze worden ook voorzien van financiële fondsen. In die landen hebben ze geen wapenfabrieken, ze hebben niet genoeg geld om door te blijven gaan. Ondanks dat ze olie hebben kunt u sancties op de rebellen en de regering leggen, dan zullen hun middelen (hun olie) nooit verkocht kunnen worden in de markt. Dit is waarom ik enige tijd geleden uitdrukkelijk gezegd heb dat als u sancties oplegt tegen de rebellen en de regering, totdat en tenzij zij tot een vreedzame oplossing komen, de grote machten hen nooit zullen helpen. En als men sancties kan opleggen tegen Rusland en hun economie daarmee vernietigt of hun economie in enige mate verstoort, waarom kan de IS of Daesh-regering dan niet gestopt worden? Waar komt de financiering vandaan? En hoe komen zij aan hun wapenarsenaal? Ziet u, het is u, de politici, die moeten nadenken over hoe het te stoppen.”

De heer Omtzigt van het Christen-Democratisch Appèl (CDA):

“Hoe gaan we dat doen? We begrijpen na vier jaar nog steeds niet hoe we het kunnen stoppen. En ik begrijp wat u bedoelt over de verdeeldheid en de grote politieke dimensie van het conflict. De politieke dimensie tussen de rebellen die wat steun van westerse landen krijgen en anderzijds de Syrische regering. Toch kan Daesh (IS), zoals u hen noemde, politieke doelen hebben en ook vechten in de naam van de Islam. Ze hebben ook zelf een Kalifaat uitgeroepen, zoals u (een Kalief bent) binnen uw groep. Hoe kijkt u niet zozeer naar het feit dat ze vechten voor de invloed, maar naar de behandeling van minderheden? Niet de behandeling tijdens de gevechten, want u begrijpt dat er een oorlog gaande is, maar meer de onthoofdingen, het met dwang opleggen van extra te betalen belastingen van minderheden en hen niet als gelijken behandelen?”

Dhr. P. Omzigt
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(CDA) 

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Kijk, wat de onthoofdingen betreft zoals u die aankaartte: dat is geen Islamitische oorlog, omdat ze niet alleen de mensen van andere religies of van de oude stammen onthoofden. Ze onthoofden zelfs Moslims die niet van hun eigen sekte zijn, begrijpt u? Dit is dus allemaal onislamitisch. Wat ik bedoel is dat als hun financiering wordt gestopt, als een gepaste en stevige maatregel wordt ondernomen tegen hen, dan zullen zij niet op deze manier gedragen. Nu is het probleem niet alleen de onthoofding, het is nu aan het escaleren, het is nu verder gegaan dan dat. Rusland is nu in Syrië binnengetreden. Zij hebben daar hun luchtmachtbasis gevestigd. En ze voeren luchtaanvallen uit. En er is een mogelijkheid dat ze hun grondtroepen sturen. En zeer recentelijk, vandaag of gisteren, was er een luchtaanval nabij de Turkse grens. En de NAVO uitte zijn bezorgdheid over deze kwestie. Dus het betekent nu dat deze oorlog zich niet alleen uitstrekt over de grenzen van de Islamitische staten, maar verder dan dat gaat. Derhalve worden er nu blokken gevormd. Als er een rechtstreekse botsing ontstaat tussen Rusland en Amerika of andere NAVO-landen, dan zal de wereld in een toestand van grote verwoesting zijn. Dit is wat mij verontrust. Wat de onthoofding betreft, het is zondermeer niet Islamitisch. Ik ben op de hoogte dat zij dat doen. Noch de Koran, noch de overleveringen (Ahadith) van de (moge de vrede en de zegeningen van Allah met hem zijn) rechtvaardigen dit. Zelfs nu kan ik zeggen dat als er een gepaste actie tegen hen wordt ondernomen, dan zult u in staat zijn om de situatie te stoppen. Dit is nogmaals de taak van de grote machten. De grote landen. Of u helpt de naburige Islamitische landen, geeft ze wat hulp zodat ze actie kunnen ondernemen, of helpt hen op zijn minst op een andere manier. Of u moet ervoor zorgen dat de financiering stopgezet wordt. Niets kan worden gedaan zonder fondsen. En niets kan worden gedaan zonder wapens, munitie en arsenaal. Ze kunnen het niet zelf opbrengen. Zij kopen wapens uit het westen, via onderhandse handel, ik weet niet hoe ze het doen, maar het lijkt erop alsof er sprake is van een zwarte markt. Of zoals sommige mensen dat zeggen, de offshore handel, via het verkopen van hun olie, hun bronnen. Dus als u gepaste sancties op hen legt, dan kunt u hen controleren. Dus deze onthoofdingen en dat soort dingen zijn nu in vergelijking gewoon heel kleine zaken. Het grote probleem is aan het ontstaan. De blokken worden gevormd. Daar moet u goed over nadenken.”

Harry van Bommel (SP):

“Dank u zeer. Meneer Sjoerdsma van de Liberale Democraten (D66), aan u het woord.”

De heer Sjoerdsma van de Liberale Democraten (D66):

“Meneer de voorzitter, hartelijk dank voor uw inleiding en voor uw zichtbare toewijding aan de waarden van vrede en mensenrechten. Ik ben geneigd verder in te gaan op de vragen die mijn collega’s hadden gesteld over de vrijheid van meningsuiting. Maar ik wil uw mening vragen over een ander onderwerp, over de jongeren in ons land, de jonge mannen en vrouwen die zich laten verleiden door een radicale extremistische versie van de Islam om zich aan te sluiten bij de strijd in landen als Syrië en Irak. Wat zou u zeggen tegen die jongeren die verleid zijn door deze vervormde versie van uw geloof? Wat zou uw advies zijn? Wat zou uw oproep voor hen zijn?”

Dhr. S. Sjoerdsma
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(D66) 

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Kijk, jongeren die hier in het westen worden geradicaliseerd en naar Syrië of Irak gaan om te vechten of om te streven naar een regering, of wat hun intentie ook is, zij zijn gefrustreerde mensen. Als u terugblikt naar 2008, de economische crisis, dan zult u zien dat er frustratie was onder de jeugd. Alleen al in het Verenigd Koninkrijk waren er 2,6 miljoen werklozen als gevolg van de crisis. En miljoenen mensen waren werkloos in andere delen van de wereld, in de andere landen van de wereld: de ontwikkelde wereld. En zij zijn gefrustreerde mensen. Een groot aantal van hen waren immigranten uit Azië en andere landen. En ze zijn helaas Moslims. Dus als ze zien dat hen wordt gevraagd te komen en zich aan te sluiten, en dat ze een bepaalde som geld betaald krijgen. Dus vanwege die frustratie. Kortom, ik ben u aan het vertellen dat ze niet alleen geradicaliseerd raken door een religieuze reden, maar ook door een economische reden. Als ze de kans krijgen om hier banen te krijgen, denk ik dat een aanzienlijk percentage van deze geradicaliseerde personen kan worden verminderd. Zelfs als er, zoals gezegd wordt, verbeteringen zijn in de vacatures, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, was het toch helaas de jeugd die er het minste voordeel van had. Zodoende zijn ze opnieuw gefrustreerd. Dus radicaliseerden ze en gingen ze daarheen om te vechten voor IS en ze werden goed betaald. Om een voorbeeld te noemen, er wordt gezegd dat als iemand daarheen gaat, hij 4000-6000 dollar per maand wordt uitbetaald. Waar komt dit geld vandaan? Daarom is mijn vraag weer dezelfde vraag. De situatie is nu veranderd. Nu zijn ze nog steeds aan het radicaliseren via internet en andere middelen. Maar ze (IS) zeggen nu dat mensen, vooral de Moslimjongeren of gezinnen die in het westen wonen, niet meer naar Syrië of Irak mogen komen. Ze moeten daar blijven; ze zullen hen begeleiden om te werken voor hun belangen in deze westerse landen. Er wordt ook gezegd dat hun aanval een cyberaanval zal zijn. Dus het is een vicieuze cirkel nu. U kunt het niet zomaar stoppen binnen een kort tijdsbestek. De enige oplossing is, zoals u weet, het te stoppen bij de grondoorzaken. Doe het.

Anderzijds, of ze daar nou naartoe gaan of niet, ze vormen ook een gevaar voor de westerse wereld. En zelfs nu over de Syriërs die hier naartoe komen. De vertegenwoordiger (van IS) zei dat er in elke groep van 50 mensen die als vluchtelingen komen, één van hen een sterk IS-lid is. Kortom, er is een economische reden en ten tweede is er ook een religieuze reden (voor radicaliserende jongeren). Dit komt omdat degenen die Moslims zijn, de ware leer van de Islam niet kennen. Er zijn ook enkele autochtonen die de Islam hebben aanvaard en geradicaliseerd zijn. En ze zijn nog gewelddadiger dan de Aziatische Moslims. Soms wordt dat door het nieuws gezegd, door de journalisten die daar naartoe zijn gegaan. Dus het enige is: STOP met hen te financieren. En STOP met hen te bevoorraden op elke mogelijke manier.”

Harry van Bommel (SP):

“Dank u zeer. Staat u mij alstublieft toe om u een laatste vraag te stellen die gerelateerd is aan de positie van Ahmadi’s wereldwijd. Zoals we allemaal weten, worden Ahmadi’s wereldwijd vervolgd in vele landen, maar vooral in Islamitische landen zoals Pakistan en Saoedi-Arabië. Wat kunnen westerse regeringen en westerse parlementen doen? Wat kunnen we doen om te helpen stoppen met de vervolging van Ahmadi’s wereldwijd?”

H. Van Bommel
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(SP)

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Kijk, er wordt gezegd dat er tegenwoordig bijna in elk land een democratie is, terwijl dat niet altijd het geval is. Als er democratie is, waarom kan men dan de president of premier die te lang op hun plek zitten niet afzetten? Dus er is een beperkte soort van democratie of een gewijzigde vorm van democratie in die landen. Deze landen krijgen ook steeds hulp van de westerse wereld. Het is dus evident wat u kunt doen om deze vervelende situatie overal in de wereld te veranderen. Het zijn niet alleen Ahmadi’s die worden vervolgd; op sommige plaatsen worden ook christenen en aanhangers van andere religies vervolgd. Het enige wat u kunt doen is de regeringen vragen om hun wetgeving op een manier toe te passen die het recht op vrije meningsuiting en de godsdienst van elke persoon respecteert. Kijk, die Moslimlanden zeggen dat ze de Koran lezen, maar de Koran zegt uitdrukkelijk dat er geen dwang in de godsdienst is. Als er geen dwang in de godsdienst is, waarom moeten mensen dan worden vervolgd? Het is alleen de druk die werkt. Als u de druk op hen kunt uitoefenen. Het is niet alleen een kwestie van Ahmadi’s, maar elke persoon wiens recht op vrijheid op enigerlei wijze wordt ontzegd, moet worden geholpen.”

Harry van Bommel (SP):

“Dank u zeer. Namens de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken wil ik u, Uwe Heiligheid, graag bedanken voor uw toespraak en voor het delen van uw gedachten met ons. Ik weet dat u hier voor een langere periode zult zijn dan alleen vandaag. Ik zou u graag succes willen wensen met uw missie, en we hopen op een dag u opnieuw te mogen ontmoeten in het parlement. Hartelijk dank.”

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

“Dank u wel. Hartelijk dank (aan alle aanwezigen).”

Aansluitend deelden hoogwaardigheidsbekleders hun indrukken en reacties op de toespraak en de vraag-en-antwoordsessie tijdens een zitting. Zie hieronder.

Dr. Wim van Eekelen, voormalig minister van defensie:

“Ik denk dat uw boodschap, uw bezoek, uiterst belangrijk is zodat de Nederlandse mensen begrijpen dat een Moslim niet alleen iemand is waar ze zich zorgen om moeten maken. Dat er ook aan de kant van de Moslims mensen zijn die voorstander zijn van mensenrechten, democratie en vrije meningsuiting. Dus u bent welkom.”

Dr. W. Van Eekelen
Voormalig minister van defensie

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad (moge Allah zijn Helper zijn):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Vindt u dat er in Nederland geen islamofobie is, of in ieder geval niet in die mate waarin het zichtbaar is zoals in andere delen van de westerse wereld?”

Harry van Bommel (SP):

“Het is verborgen in de samenleving. Wanneer er spanningen ontstaan, zoals in Frankrijk, naar aanleiding van het Charlie Hebdo-incident, moorden, of als er andere incidenten in de wereld plaatsvinden, dan voelen we die spanning in dit land ook. We weten niet waar de dingen naartoe zouden kunnen leiden in de toekomst, maar er is spanning en er is islamofobie, ook in dit land helaas.”

H. Van Bommel
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(SP)

Dr. Wim van Eekelen, voormalig minister van defensie:

“En als er van tijd tot tijd niet iets positiefs gebeurt, kan het erger worden.”

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief (Khalifa), Zijne Heiligheid Hazrat Mirzā Masroor Ahmad(aba):

Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)
Khalifatul Masih V

“Dan geeft u ons de gelegenheid om van tijd tot tijd over deze aangelegenheid te spreken, zodat mensen weten wat de ware leerstellingen van de Islam zijn.”

Harry van Bommel (SP):

“Dat is de reden waarom we u in de eerste plaats uitgenodigd hebben in het parlement, absoluut ja.”

Dr. Wim van Eekelen, voormalig minister van defensie:

“En ik denk dat ons parlement hier zeer goed werk heeft verricht.”

Na de informele zitting vonden er interviews plaats. Zie hieronder.

Dr. Wim van Eekelen, voormalig minister van defensie:

“Ik begon als een diplomaat, dus ben ik zeer geïnteresseerd in internationale zaken. En ik ben erg bezorgd over wat er gaande is in de Moslimwereld. En ik denk dat de Ahmadiyya een nieuwe visie hebben op de weg naar vrede dat ook de mensenrechten omvat, vrijheid van meningsuiting en democratie. En ik denk dat het heel belangrijk is dat we dat in het westen moeten weten, omdat we anders denken dat alle Moslims hetzelfde zijn. En het is belangrijk denk ik dat we de aandacht besteden aan de positieve elementen in die religie.”

Dr. W. Van Eekelen
Voormalig minister van defensie

A. Van Doorn
Lid van de Tweede Kamer
(Partij van de Eenheid)

Arnoud van Doorn, leider van Partij van de Eenheid is een Nederlandse Islamitische politieke partij en ex-lid PVV:

“Toen ik lid was van de PVV van mijn voormalige baas Geert Wilders, in die periode geloofde ik dat de Islam was wat je leest in de krant, in de media. Islam was intolerant en onrespectvol jegens vrouwen, het bevorderde het terrorisme en al deze bespottelijke ideeën. En ik geloofde daar zelfs in, want dat was de kennis die ik op dat moment had. Maar gedurende een bepaalde tijd kreeg ik twijfels. Ik dacht, hoe is het mogelijk dat er zoveel Moslims zijn, ze kunnen niet allemaal gemene mensen zijn, of gevaarlijke mensen. Dus wilde ik meer weten over de Islam, ik ging naar de moskee, ik studeerde Islam, ik las de Koran. Ik las over het leven van de Profeet. En in deze periode van het verkrijgen van kennis werd het me duidelijk dat ik verkeerd zat, dat ik fout was, dat de Islam in feite een zeer wijze, zeer rustige en een zeer mooie religie is. Toen werd ik uiteindelijk een Moslim, ongeveer twee en een half jaar geleden. De woorden van Zijne Heiligheid waren zeer inspirerend en zeer wijs. Ik was nieuwsgierig om hier te komen en ik ben geraakt door zijn woorden en door zijn wijsheid en zijn oproep tot wederzijds begrip. En ook door zijn boodschap dat de Islam een vreedzame en wijze religie is. En tevens ook dat hij probeerde uit te leggen dat er veel misvattingen over de Islam zijn. Dat was een positieve boodschap.”

Harry van Bommel (SP):

“Ik denk dat het nu belangrijk is, juist nu we in dit land het debat voeren over de vrijheid van meningsuiting en tegelijkertijd de situatie in het Midden-Oosten bespreken, dat we een moslimleider hebben die spreekt over interreligieuze harmonie, vrede en de vrijheid van godsdienst. Deze drie aspecten liggen aan de kern van het debat in Nederland, en het is goed om op dit moment een moslimleider onder ons te hebben die hierover spreekt.”

H. Van Bommel
Voormalig Lid van de Tweede Kamer
(SP)

Het Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap roept moslims op om zich te verenigen en te bidden om een einde te maken aan oorlogen

11 maart 2022 PERSBERICHT

“Moslims zouden een les moeten leren van hoe de Westerse wereld eensgezind is geworden in de huidige oorlog”
Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa  (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad heeft het bloedvergieten in de crisis tussen Oekraïne en Rusland veroordeeld en riep Moslims op om al hun middelen aan te wenden om op vreedzame wijze een einde aan het conflict te maken.

Zijne Heiligheid maakte de opmerkingen tijdens zijn vrijdagpreek op 11 maart 2022 die gehouden werd in de Mubarak Moskee in Islamabad, Tilford, in het Verenigd Koninkrijk.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“We moeten bidden dat Allah de Almachtige de regeringen van beide partijen verstand geeft en dat zij zich mogen onthouden van het vergieten van het bloed van de mensheid. Moslims zouden een les moeten leren van hoe de Westerse wereld eensgezind is geworden in de huidige oorlog. Moslims daarentegen zijn nooit verenigd, ondanks het feit dat zij dezelfde geloofsbelijdenis afleggen. Irak werd verwoest, Syrië werd geruïneerd en Jemen wordt verwoest. Zij [Moslimlanden] doen dit niet alleen eigenhandig, zij zetten in feite ook niet-Moslims aan [tot het verwoesten van de Moslimlanden]. Dit is wat zij doen in plaats van zich te verenigen. De Moslims zouden op zijn minst een les in eensgezindheid moeten leren van het Westen.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“Moge Allah genade hebben met de Moslim naties, de Moslims en de Moslim Ummah. Dit kan alleen geschieden wanneer zij geloven in de Imam van de Tijd die voor dit doel werd gezonden [om de Moslims te verenigen]. Moge Allah hun verstand en begrip schenken. Moge zij zichzelf hervormen en moge zij bidden voor de wereld en hun middelen aanwenden om een einde te maken aan oorlogen in plaats van eraan deel te nemen”.

EINDE PERSBERICHT.

Het Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap waarschuwt dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne een wereldwijd conflict kan worden

25 FEBRUARI 2022 PERSBERICHTEN

“Moge Allah de Almachtige de mensheid behoeden voor de toestand van de oorlog die is uitgebroken, want als de situatie verergert, zullen de verschrikkelijke gevolgen zodanig zijn dat de mensheid het zich niet eens kan voorstellen.” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad heeft een krachtige waarschuwing gegeven aan de wereldleiders en regeringen met betrekking tot de crisis in Rusland en Oekraïne.  Zijne Heiligheid drong er bij de wereldleiders op aan alles in het werk te stellen om de situatie te de-escaleren voordat het losbarst en niet meer onder controle te brengen is.

Zijne Heiligheid maakte de opmerkingen tijdens zijn vrijdagpreek op 25 februari 2022 in de Mubarak Moskee in Islamabad, Tilford, Verenigd Koninkrijk.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“De huidige wereldsituatie is uiterst ernstig geworden en er is een reëel gevaar dat de crisis (tussen Rusland en Oekraïne) kan escaleren en zich veel verder kan uitbreiden.

De situatie zal zeker niet beperkt blijven tot één land, integendeel, vele landen zullen in het conflict meegesleept worden als het blijft verslechteren. De consequenties ervan zullen catastrofaal zijn en de afschuwelijke gevolgen zullen nog generaties lang nagalmen en doorwerken.

Daarom bid ik dat Allah de mensheid in staat moge stellen God, de Almachtige, te erkennen en dat zij zullen ophouden met het leven van onschuldige mensen te spelen, enkel en alleen om hun eigen wereldse belangen te vervullen.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad verklaarde verder:

“Wij, als Ahmadi Moslims, kunnen alleen maar bidden en trachten de mensheid te leiden en wij hebben dit altijd gedaan en zullen dit voor altijd blijven doen. In deze tijd moeten Ahmadi Moslims zeker met grote hartstocht bidden voor de vrede van de wereld. Moge Allah de Almachtige de mensheid redden uit de toestand van oorlog die is uitgebroken, want als de situatie verergert, zullen de vreselijke gevolgen zodanig zijn dat de mensheid zich dat niet eens kan voorstellen. We kunnen alleen maar bidden dat Allah de Almachtige de mensheid moge behoeden.”

Link: https://www.pressahmadiyya.com/press-releases/2022/02/head-of-ahmadiyya-muslim-community-warns-of-russia-ukraine-war-becoming-a-global-war/

Verklaring van het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap over de crisis tussen Rusland en Oekraïne

In verband met de crisis tussen Rusland en Oekraïne heeft het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Kalief, Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad gezegd:

“Jarenlang heb ik de grootmachten gewaarschuwd dat zij lering moeten trekken uit de geschiedenis, met name in verband met de twee catastrofale en verwoestende wereldoorlogen die in de 20e eeuw hebben plaatsgevonden. In dit verband heb ik in het verleden brieven geschreven aan de leiders van verschillende naties en er bij hen op aangedrongen hun nationale en gevestigde belangen opzij te zetten om voorrang te geven aan de vrede en de veiligheid in de wereld door op alle niveaus van de samenleving ware rechtvaardigheid toe te passen. Helaas is er nu een oorlog in Oekraïne begonnen, waardoor de situatie uiterst ernstig en verontrustend is geworden. Bovendien kan de situatie nog verder escaleren, afhankelijk van de volgende stappen van de Russische regering en de reactie van de NAVO en de grootmachten. Het lijdt geen twijfel dat de gevolgen van een eventuele escalatie extreem verschrikkelijk en verwoestend zullen zijn. Het is dus van het allergrootste belang dat alles in het werk wordt gesteld om verdere oorlogsvoering en geweld te voorkomen. Er is nog tijd voor de wereld om een stap terug te doen van de rand van de afgrond en daarom dring ik er, in het belang van de mensheid, bij Rusland, de NAVO en alle grote wereldmachten op aan al hun inspanningen te vestigen op het streven naar deëscalatie van het conflict en het werken aan een vreedzame oplossing door middel van diplomatie.

Als Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap kan ik slechts de aandacht van de politieke leiders van de wereld vestigen op het feit dat zij voorrang moeten geven aan de vrede in de wereld en hun nationale belangen en vijandschappen opzij moeten zetten ten behoeve van het welzijn van de gehele mensheid. Het is daarom mijn oprechte gebed dat de leiders van de wereld met verstand en wijsheid handelen en streven naar de verbetering van de mensheid.

Ik bid dat de wereldleiders er ernstig naar zullen streven om de mensheid, nu en in de toekomst, te behoeden en te beschermen tegen de kwelling van oorlogsvoering, bloedvergieten en vernietiging. En dus bid ik vanuit het diepst van mijn hart dat de leiders van de grootmachten en hun regeringen geen stappen ondernemen die zullen dienen om de toekomst van onze kinderen en de volgende generaties te vernietigen.

In plaats daarvan moeten zij alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat wij aan degenen die na ons komen een wereld van vrede en welvaart nalaten.  

Ik bid dat de leiders van de wereld aandacht schenken aan de noodzaak van het moment en bovenal waarde hechten aan hun verplichting om de vrede en stabiliteit in de wereld te waarborgen. Moge Allah de Almachtige alle onschuldige en weerloze mensen beschermen en moge er ware en blijvende vrede in de wereld heersen. Ameen.”

MIRZA MASROOR AHMAD

Khalifatul Masih V

Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap

Persbericht – Het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap(aba) houdt een historische zitting met Jamia Ahmadiyya Indonesië

“Wij zijn niet de mensen die wapens dragen, die geweren of messen vasthouden, maar wij zijn de mensen die ons in gebed ter aarde werpen voor Allah de Almachtige…” – Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba)

Op 31 oktober 2020 zei het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba) het volgende:

Nadat Zijne Heiligheid(aba) werd gevraagd hoe er gereageerd zou moeten worden tegen degenen die de Beloofde Messias(as) bespotten of slecht over hem spreken, legde hij uit dat het niet alleen de Beloofde Messias(as) die ten onrechte het doelwit was, maar ook de Heilige Profeet van de Islam(s) in deze tijd op een wrede wijze wordt aangevallen door de tegenstanders van de Islam en religie.

Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba) zei:

“Degenen die doelbewust en kwaadwillig de Heilige Profeet Mohammed(s) of de Beloofde Messias(as) aanvallen, zullen door Allah de Almachtige Zelf worden bestraft – of het nu in dit leven of in het Hiernamaals is. Als het gaat om onze reactie, als Ahmadi Moslims, moeten we volgen wat de Beloofde Messias(as) ons heeft geleerd. Hij instrueerde dat zijn volgelingen geduld moesten tonen in tijden van tegenspoed. Hij leerde dat we nooit op dezelfde manier op geweld of wreedheid mogen reageren en we nooit geweld mogen gebruiken als anderen hem bespotten of belasteren, ongeacht hoeveel liefde we in ons hart voor hem hebben.”

Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba) zei verder:

“Natuurlijk is de gezegende persoon die we meer liefhebben dan enig ander, zelfs meer dan de Beloofde Messias(as), de Heilige Profeet Mohammed(s) , en tegenwoordig worden in Frankrijk en bepaalde andere Europese landen, spotprenten gepubliceerd waarin de Heilige Profeet(s) wordt bespot. Wat zou onze reactie hierop moeten zijn? Het is dat we Durood (begroetingen) op de Heilige Profeet(s) moeten aanroepen, zelfs meer dan voorheen en met steeds grotere bezieling. Onthoudt dat wanneer we Durood aanroepen, we ook bidden voor het spirituele nageslacht van de Heilige Profeet(s) en onder zijn spirituele nageslacht is de Beloofde Messias(as) van de hoogste rang. Daarom is het onze plicht om met Durood te antwoorden wanneer mensen de Heilige Profeet(s) of de Beloofde Messias(as) bespotten of belachelijk maken.”

Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba) zei verder:

“Daarnaast moeten we persoonlijk de hoogst mogelijke morele normen in acht nemen, zodat degenen die bespotten op een natuurlijke wijze tot zwijgen worden gebracht als ze zien dat we in reactie op hun beschimpingen vreedzaam reageren door op elk moment de ware leerstellingen van de Islam uit te dragen. Ze zullen zien dat Ahmadi Moslims degenen zijn die vrede, liefde en tolerantie in de samenleving verspreiden. Zij zullen beseffen wanneer zij hatelijk tegen ons spreken, dat wij daartegenover met liefde en vriendelijkheid reageren. Dit is namelijk de reactie die wordt onderwezen door de Heilige Koran.”

Verder zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad(aba):

“Daarom zou onze reactie altijd zo zijn, dat we ons spiritueel hervormen en onszelf verbeteren, ons ter aarde werpen voor Allah de Almachtige en bidden dat Allah de tegenstanders van de Islam leidt, zodat ze kunnen afzien van het bespotten van onze geliefden – zowel de Beloofde Messias(as) en die persoon die de hoogste positie van de gehele mensheid bezit – de Heilige Profeet van de Islam(s). Onthoudt, wat wij ook wensen, wij moeten het alleen bij Allah de Almachtige zoeken. Het is niet aan ons om geweld of hardheid te gebruiken op welke manier dan ook. Wij zijn niet de mensen die wapens dragen, die geweren of messen vasthouden, maar wij zijn de mensen die ons in gebed ter aarde werpen voor Allah de Almachtige, ons spiritueel en moreel verbeteren en begroetingen aanroepen op de Heilige Profeet(s).”

Advies van de leider van de grootste moslimorganisatie aan de Tweede Kamer over Syrië kwestie.

[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=KKYF1FkQse4[/embedyt]

Dit is een deel van een transcriptie uit een vraag en antwoord zitting van het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, de Vijfde Kalief, Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, voor de Parlementaire Vaste commissie van Buitenlandse Zaken, Den haag, Nederland, op 6 Oktober 2015. (In video te zien vanaf 42ste minuut.)

De heer Omtzigt, CDA: Dank u en dank u voor uw heldere toespraak en voor de bevordering van vrede. (…) Als men vanuit dat perspectief kijkt naar het Midden-Oosten, waar de oorlog in Syrië en Irak naar een aantal landen er omheen verspreidt is. En een flink aantal van de vechtende groepen zichzelf beschouwen als moslims en zij in de naam van hun religie strijden en andere moslims of andere religieuze minderheden doden. Wat is uw standpunt ten opzichte hiervan, en wat kunnen we doen om ze te stoppen?

Zijne heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba): Kijk, wat er vandaag in de moslimwereld gebeurt en in Syrië en Irak is een conflict tussen de regering en de rebellen, ze noemen zichzelf rebellen en u noemt hen of laat ik zeggen sommige mensen noemen hen “vrijheidstrijders”. Ze willen de leiderschap ofwel de regering afzetten. Maar beide partijen worden bevoorraad met wapens, munitie en logistiek. En ze worden ook voorzien van
financiële fondsen. In die landen hebben zij geen wapenfabrieken, zij hebben niet genoeg geld om door te blijven gaan. Ondanks dat ze olie hebben kunt u sancties op de rebellen en de regering leggen, dan zullen hun middelen (hun olie) nooit verkocht kunnen worden in de markt. Dit is waarom ik enige tijd geleden uitdrukkelijk gezegd heb dat als u sancties oplegt tegen de rebellen en de regering, dat totdat en tenzij zij tot een vreedzame oplossing komen de grote machten hen nooit zullen helpen. En als men sancties kan opleggen tegen Rusland en hun economie daarmee vernietigt of hun economie in enige mate verstoort, waarom kan IS of daesh dan niet gestopt worden? Waar komt de financiering vandaan? En hoe komen zij aan hun wapenarsenaal? Ziet u dat, het is u, de politici die moeten nadenken over hoe u het kan stoppen.

De heer Omtzigt, CDA: Hoe gaan we dat doen? We begrijpen na vier jaar nog steeds niet hoe we het kunnen stoppen. En ik begrijp wat u bedoelt over de verdeeldheid en de grote politieke dimensie van het conflict. De politieke dimensie tussen de rebellen die wat steun van westerse landen krijgen en anderzijds de Syrische regering. (…) Hoe kijkt u, niet zozeer naar het feit dat ze vechten voor de invloed, maar naar hun behandeling van minderheden?

Zijne heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba): Kijk, (…) dit is dus allemaal onislamitisch. Wat ik bedoel is dat als hun financiering wordt gestopt, als een gepaste en stevige maatregel wordt ondernomen tegen hen, dan zullen zij niet op deze manier gedragen. Nu is het probleem (…) aan het escaleren, het is nu verder gegaan dan dat. Rusland is nu in Syrië binnengetreden. Zij hebben daar hun luchtmachtbasis gevestigd. En ze voeren luchtaanvallen uit. En er is een mogelijkheid dat ze hun grondtroepen sturen. En zeer recentelijk, vandaag of gisteren, was er een luchtaanval nabij de Turkse grens. En de NAVO uitte zijn bezorgdheid over deze kwestie. Dus het betekent nu dat deze oorlog zich niet alleen uitstrekt over de grenzen van de islamitische staten, maar verder dan dat gaat. Derhalve worden er nu blokken gevormd. Als er een rechtstreekse botsing ontstaat tussen Rusland en Amerika of andere NAVO-landen, dan zal de wereld in een toestand van grote verwoesting zijn. Dit is wat mij verontrust. Wat de onthoofding betreft, het is zondermeer niet islamitisch.
Ik ben op de hoogte dat zij dat doen. Noch de Koran, noch de overleveringen (Ahadith) van de Profeet rechtvaardigen dit. Zelfs nu kan ik zeggen dat als er een gepaste actie tegen hen wordt ondernomen dan zult u in staat zijn om de situatie te stoppen. Dit is nogmaals de taak van de grote machten. De grote landen. Of u helpt de naburige islamitische landen, geef ze wat hulp zodat ze actie kunnen ondernemen of help hen op zijn minst op een andere manier. Of u moet ervoor zorgen dat de financiering stopgezet wordt. Niets kan worden gedaan zonder fondsen. En niets kan worden gedaan zonder wapens en munitie en
logistieke steun. Ze kunnen het niet zelf opbrengen. Zij kopen wapens uit het westen, via onderhandse handel, ik weet niet hoe ze het doen, maar het lijkt erop alsof er sprake is van een zwarte markt. Of zoals sommige mensen dat zeggen, de offshore handel, via het verkopen van hun olie en hun bronnen. Dus als u een gepaste sanctie op hen legt dan kunt u hen onder controle brengen. (…) Daar moet u goed over nadenken..

Mediabericht Huzur Tweede Kamer

Leider van grootste moslimorganisatie toont begrip voor ongerustheid van de bestaande bevolking over immigratie

Voor opgemaakte persbericht, klik op plaatje: 

“Ons doelstelling moet niets anders zijn dan het vestigen van vrede in elke dorp, plaats en stad van elke natie in de wereld”– Hazrat Mirza Masroor Ahmad

  • Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap houdt een grensverleggende en veelbetekenende toespraak over de Europese immigratiecrisis – hij roept immigranten op bij te dragen aan de maatschappij en de lokale bevolking om mededogen te tonen. 
  • Internationale moslimleider zegt dat ferme actie en strenge straffen van de autoriteiten nodig zijn tegen immigranten die vrouwen mishandelen of lastigvallen. 
  • Hazrat Mirza Masroor Ahmad sprak over veiligheidsuitdagingen van de massa- immigratie. 
  • De Kalief noemt de opkomst van extreem- rechts een bedroevende trend die de vrede en stabiliteit van de wereld bedreigt. 
  • Moslimleider zegt dat vrede alleen tot stand zal komen door de erkenning dat alle mensen ‘de kinderen van God’ zijn. 
  • De Kalief sprak ook duizenden moslimvrouwen aan over de grote offers die vrouwen in de loop van de geschiedenis hebben gebracht.

Op zaterdag 8 september 2018 hield het internationale hoofd van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap, de Vijfde Kalief, Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad een grensverleggende en veelbetekenende toespraak over de wereldwijde immigratiecrisis en de daaropvolgende opkomst van extreemrechts in de Westerse wereld voor een publiek van meer dan 1.000 hoogwaardigheidsbekleders en gasten op de tweede dag van de 43e jaarlijkse bijeenkomst (Jalsa Salana) van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Duitsland.

Zijne heiligheid merkte de steun voor extreemrechts en nationalisme in recente tijden op en zei dat de samenleving niet moet terug deinzen voor kwesties die tot verdeeldheid leiden, integendeel, men zou moeten proberen om onderliggende oorzaken aan te pakken die dergelijke spanningen ten onrechte in stand houden. Zijne Heiligheid zei dat waar er sprake is van massa- immigratie, de autoriteiten ervoor moeten zorgen dat de rechten van de bestaande bevolking niet worden aangetast en dat immigranten moeten proberen zo snel mogelijk aan het werk te gaan.

Tijdens zijn krachtige toespraak, maakte Zijne Heiligheid verschillende suggesties, gebaseerd op de islamitische leer, over hoe we spanningen in de samenleving tussen mensen met verschillende etnische en religieuze achtergronden kunnen bezweren. Zijne Heiligheid reageerde ook op, en weerlegde, de valse beschuldigingen dat de islam een gewelddadige religie is en dat moslims de neiging hebben om vrouwen te misbruiken vanwege hun geloof.

Over een gevoel van angst gesproken die Duitsland en andere westerse naties door immigratie in de grip houdt, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Veel plaatselijke bevolkingen zijn bang dat hun veranderende samenlevingen hun begrip overstijgt. Ze zijn ook van mening dat de middelen van hun land onevenredig worden aangewend ten gunste van immigranten. Hoewel de term ‘immigrant’ wordt gebruikt, is ‘Islam’ in werkelijkheid het probleem voor de meeste mensen, en het feit dat de overgrote meerderheid van immigranten in Europa moslims zijn die vluchten van de door oorlog verscheurde landen in het Midden-Oosten.”

Zijne Heiligheid verwees naar een recent rapport dat immigranten schuldig waren aan een hoog percentage van seksuele misdrijven in Zweden.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Helaas suggereerde een recent rapport dat een groot aantal verkrachtingen of poging tot verkrachting in een westers land door immigranten werd gepleegd. God weet beter of de cijfers kloppen, maar wanneer dergelijke rapporten openbaar worden gemaakt, heeft dit ook gevolgen voor andere landen en blijven de zorgen en angsten van de plaatselijke bevolking toenemen.”

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei voorts:

“Laat ik, met dit gegeven, het stellig duidelijk maken dat elke moslim die de eer van een vrouw schendt of haar op enige manier misbruikt, volledig tegen de leer van de islam handelt. Islam beschouwt dergelijk gedrag als kwaad en heeft buitengewoon strenge straffen opgelegd aan degenen die schuldig zijn aan dergelijke immorele en verwerpelijke misdaden.”

Verder sprak Zijne Heiligheid zich uit over veiligheidsproblemen in verband met massa- immigratie en de enorme financiële inspanning die vereist zijn om immigranten op grote schaal opnieuw te vestigen. Hij zei dat dergelijke kwesties direct moeten worden geconfronteerd en rationeel moeten worden besproken, zodat oplossingen worden gevormd die de angsten van de bestaande burgers verlichten.

Verwijzend naar de kosten van de hervestiging van asielzoekers, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Mensen die hun leven hebben geleefd en hun belastingen in een land hebben betaald, kunnen terecht vragen of het eerlijk is dat hun bijdragen aan de staat worden besteed aan het hervestigen van buitenlandse immigranten, in tegenstelling tot het financieren van projecten die gunstig zijn voor de bestaande bevolking.”

Zijne Heiligheid zei dat de vluchtelingen uit zichzelf moeten beschouwen dat zij ‘dank verschuldigd’ zijn ten opzichte van hun gastlanden en de bestaande bevolking, en de manier om de gunst terug te betalen is dat “zij zo snel mogelijk een bijdrage moeten leveren aan de samenleving”, zelfs als de enige baan die zij kunnen krijgen basiswerk is.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Het vinden van een baan door immigranten zal hen in staat stellen hun persoonlijke eer en waardigheid te behouden, en het zal ook een middel zijn om de last voor de staat te verlichten en de frustraties van de plaatselijke bevolking weg te nemen. Zeker, elke Moslim zou in gedachten moeten houden dat de Heilige Profeet van de islam (moge de vrede en de zegeningen van God met hem zijn) zei dat de gevende hand veel beter is dan degene die neemt.”

Zijne Heiligheid verklaarde ook dat immigranten in sommige gevallen betere voordelen ontvingen dan belastingbetalende burgers, wat leidde tot “een natuurlijke frustratie bij het publiek”.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad adviseerde regeringen die immigranten ontvangen en zei:

“Frustraties verdwijnen niet vanzelf, want waar er frustratie is, is er altijd een reactie. Daarom moet elke regering een verstandig en rechtvaardig beleid voeren dat rekening houdt met de rechten en eisen van zowel burgers als immigranten.”

Zijne Heiligheid loofde het besluit van de Duitse regering om een nieuw beleid te overwegen waarbij asielzoekers verplicht zouden worden om een jaar gemeenschapsdienst te verrichten wanneer zij zich vestigen in Duitsland. Zijne Heiligheid zei dat een dergelijk plan “het geloof zal inboezemen dat het de plicht van elke persoon is om hun gemeenschap te dienen en om de leden van de gemeenschap te helpen.”

In een oproep tot mededogen en sympathie voor hen die lijden onder onvervalste vervolging of overweldigd zijn door de oorlog en zij hierin onschuldig zijn, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“De maatschappij mag geen echte vluchtelingen verwerpen die geen blaam treft. De samenleving mag geen onschuldige mensen terzijde schuiven die alleen de mogelijkheid willen hebben om in vrede te leven, die goede burgers willen zijn en de wetten van het land willen volgen waarin zij leven. In plaats daarvan zouden we er moeten zijn om een helpende hand te bieden aan degenen wier leven is verbroken, die gekweld zijn en die volkomen hulpeloos, kwetsbaar en weerloos zijn. Laten we onze menselijkheid bewijzen. Laten we ons mededogen tonen. Laten we er zijn om de lasten te dragen van degenen die wanhopig in nood verkeren.”

Op het gebied van veiligheidsproblemen als gevolg van immigratie zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“Overal waar grootschalige migratie plaatsvindt, leidt dit onvermijdelijk tot veiligheidsproblemen. Inderdaad, het is bewezen dat verborgen tussen de echte vluchtelingen er immigranten zijn die de potentie hebben om grote schade aan te richten… Dit is iets waar ik in het verleden voor gewaarschuwd heb dat elk geval (elke vluchteling) zorgvuldig geanalyseerd moet worden om ervoor te zorgen dat extremisten of criminelen die zich voordoen als vluchtelingen niet binnen kunnen komen. Hoe dan ook, deze kwesties betekenen dat een angst voor massa- immigratie vanuit moslimlanden tot op zekere hoogte gerechtvaardigd is.”

In termen van veiligheid zei Zijne Heiligheid dat de veiligheid van de burgers van een land een van de belangrijkste doelstelling is van een regering en adviseerde dat daar waar een vermoeden is over een immigrant, autoriteiten hen moeten controleren en toezicht dienen te houden totdat ze ervan overtuigd zijn dat ze geen bedreiging vormen.

Kritiek op degenen die de islam de schuld hebben gegeven van het ondermijnen van de vrede in de samenleving en het aanwakkeren van spanningen, zei Zijne Heiligheid dat “een rechtvaardig, intelligente en wijze persoon” naar beide kanten van het verhaal moet kijken en hun indruk van moslims en de islam niet mag baseren op geruchten.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Analyseer of de slechte daden van sommige zogenaamde moslims worden gemotiveerd door de leer van de islam… Als wordt bewezen dat moslims die verkeerd doen, worden gemotiveerd door hun religie, dan kan worden gezegd dat de zorgen van extreemrechts gerechtvaardigd zijn. Maar wat als hun daden niets met de islam te maken hebben? Wat als anti-islamitische groepen haatdragende mythen verspreiden die alleen gebaseerd zijn op fantasie in plaats van feiten?”

Daarna nam Zijne Heiligheid enkele van de meest voorkomende en valse beschuldigingen tegen de islam weg. Zijne Heiligheid verwees rechtstreeks naar de Heilige Koran en de leer van de profeet van de islam (moge de vrede en de zegeningen van God met hem zijn).

Sprekend over de valse beschuldiging dat de islam geweld en dwang toestaat, zei Hazrat Mirza Masroor Ahmad:

“In hoofdstuk 10, vers 100 van de Heilige Koran, spreekt Allah de Almachtige, terwijl Hij zich wendt tot de Heilige Profeet van de islam (moge de vrede en de zegeningen van God met hem zijn), dat als Hij wilde dan had Hij zijn wil kunnen opleggen en iedereen er toe dwingen om de islam te accepteren. Maar in plaats daarvan gaf Allah de Almachtige de voorkeur aan de vrije wil om te zegevieren.”

Zijne Heiligheid verwees naar hoofdstuk 18 vers 30 als een ander vers dat de vrijheid van godsdienst benadrukt, en verklaart:

“Hij die geloven wil, gelooft, en hij die niet geloven wil, gelooft niet.”

Toen hij zijn toespraak afsloot, zei het hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap dat alle wegen die op zoek waren naar vrede, waren afgelegd op één na.

Echte vrede vereist het geloof dat de hele mensheid verenigd is als onderdeel van de schepping van God de Almachtige.

Hazrat Mirza Masroor Ahmad zei:

“Dag na dag beweegt de mensheid zich verder weg van religie en spiritualiteit en de resultaten zijn angstaanjagend. Het is mijn vaste overtuiging dat het geloof in God de Almachtige het enige middel van verlossing is en de enige manier om echte vrede tot stand te brengen, zowel op nationaal als internationaal niveau. En dus is het mijn diepste verlangen en vurig gebed dat de wereld haar Schepper gaat erkennen en Zijn ware leer gaat volgen.”

Eerder op de dag sprak Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, direct de leden van de Lajna Imaillah (hulporganisatie voor vrouwen) toe en reageerde op critici van de islam die beweerden dat de islam de belangrijke rol van vrouwen in de geschiedenis niet heeft erkend.

Integendeel, Zijne Heiligheid zei dat de rol van vrouwen en de offers die ze hebben gebracht omwille van het geloof voor eeuwig in de geschiedenis zouden worden vastgelegd.

Zijne Heiligheid noemde ook talrijke voorvallen van grote opofferingen door de vroege moslimvrouwen ten tijde van de profeet van de islam (moge de vrede en de zegeningen van God met hem zijn) en ook, in dit tijdperk, de rol en offers die vrouwen van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap hebben gebracht omwille van de islam. Hij zei dat ze voorbeelden waren van het geven van voorrang aan iemands geloof boven alle wereldse zaken.

Na de formele afsluiting van de gebeurtenissen van de dag, ontmoette Zijne Heiligheid verschillende delegaties uit het buitenland, waaronder een grote delegatie van Arabische Ahmadi Moslims en gasten.

De Heilige Koran over de instelling van het Kalifaat

Wij lezen in de Heilige Qor’aan in Surat-ul-Baqarah, vers 31 over de instelling van het Khalifaat het volgende: “En toen uw Heer tot de engelen zeide: “Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen”, zeiden zij: “wilt Gij er iemand plaatsen die er onheil zal stichten en bloed zal vergieten, terwijl wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en Uw Heiligheid prijzen? antwoorde Hij: “Ik weet wat gij niet weet”.

Het woord “Khalifa”, dat “plaatsvervanger” of “stedehouder” betekent, is afgeleid van het woord Galafa, dat betekent “hij kwam nل” of “hij kwam in de plaats van”. Het woord “Khalifa” wordt in drie verschillende betekenissen gebruikt: Ten eerste, iemand die later komt en iemand vervangt, ten tweede, een Imam of een godsdienstig hoofd, en ten derde, een heerser, regeerder of koning. Het woord wordt ook gebruikt voor iemand die vََr iemand anders komt en door de laatstgenoemde wordt opgevolgd.

Hazrat Adam, die ongeveer 6000 jaar geleden leefde wordt gewoonlijk beschouwd als de eerste mens die door God op deze aarde was geschapen. Dit gezichtspunt wordt echter niet gesteund door een grondige studie van de feiten. De waarheid is dat de wereld verschillende stadia in de schepping en beschaving heeft doorgemaakt en dat Hazrat Adam, de voorvader van het tegenwoordige menselijke ras, alleen de eerste schakel was in de tegenwoordige cyclus en niet de eerste mens in de schepping van God. Naties zijn opgekomen en ten onder gegaan, beschavingen zijn verschenen en verdwenen. Er kunnen andere Adams zijn geweest voor onze Adam, andere rassen kunnen hebben geleefd en kunnen ten onder zijn gegaan, en evenzo kunnen er andere cyclussen van beschaving zijn verschenen en verdwenen. Dit standpunt is ook ingenomen door eminente Moslim geleerden, Muhyi al-Din ibn ‘Arabi, de grote mysticus, zegt dat hij zichzelf eens in een droom zag terwijl hij een rondgang in de Ka’ba maakte. In deze droom verscheen een man voor hem die er aanspraak op maakte een van zijn voorouders te zijn. “Hoe lang geleden bent u gestorven? “vroeg ibn ‘Arabi. De man antwoordde: “Meer dan veertigduizend jaar”. “Maar deze periode is veel groter dan die welke ons van Adam scheidt “zei ibn ‘Arabi. De man antwoordde hierop: “over welke Adam spreekt u? Over de Adam die het dichtst bij u staat, of over een andere Adam?” “Toen herinnerde ik mij”, zegt Ibn Arabi, “het gezegde van de Heilige Profeet (vzmh) dat God niet minder dan 100.000 Adams heeft geschapen en sprak ik tot mijzelf: “Misschien was deze man, die er aanspraak op maakte een van mijn voorouders te zijn, een van de vorige Adams”.

Als we de periode van het nageslacht van iedere Adam op gemiddeld 7000 jaar stellen, dan moet de leeftijd van het menselijke ras op grond van het gezegde van de Heilige Profeet (vzmh) dat hier is aangehaald, op 700 miljoen jaar worden gesteld, en dit is alleen de leeftijd van het nageslacht van de Adams, terwijl geen rekening is gehouden met de rassen die mogelijk voor de schepping van de eerste Adam hebben bestaan en zijn heengegaan. In tegenstelling hiermee zien wij dat de moderne wetenschap de leeftijd van het menselijke ras op een miljoen jaar stelt.

De Beloofde Messias, de Heilige stichter van de Ahmadiyya Beweging in de Islam, heeft in een van zijn toespraken gezegd: “Wij volgen de Bijbel niet bij het standpunt dat de wereld met de geboorte van Adam begon, zes – of zevenduizend jaar geleden, en dat er hiervoor niets was en dat God toen als het ware niets deed. Ook maken wij er geen aanspraak op dat het gehele mensdom dat nu in verschillende delen van de wereld wordt gevonden de nakomelingen zijn van een en dezelfde Adam. Integendeel, wij gaan er van uit dat deze Adam niet de eerste mens was. Het mensdom bestond zelfs vََr hem, waar- op de Heilige Qor’aan zelf wijst in het vers “Ik wil een Khalifa op aarde plaatsen “. Als “Khalifa” “opvolger” betekent is het duidelijk dat de mensen zelfs vََr Adam bestonden. Daarom kunnen we niet zeggen of de oorspronkelijke bewoners van Amerika, Australië, enz. het nageslacht zijn van deze laatste Adam, of een Adam die voor hem is heengegaan”. (Deze aanhaling van de Beloofde Messias lezen wij in Al Hakam van 30 mei 1908).

Het woord “Khalifa” dat over Hazrat Adam in het aangehaalde Qor’aanvers wordt gebezigd verwijst naar het feit dat hij een overblijfsel of een opvolger was van het oude ras en door God was uitverkoren een nieuw ras tot leven te brengen. Het woord betekent ook een stedehouder van God – een Imam of leider die door God werd benoemd om een speciale opdracht te vervullen.

Men zal opmerken dat het woord “Khalifa” dat in dit Qor’aanvers wordt gebruikt de betekenis van een profeet heeft; want waarlijk spekende profeten zijn ook de “Khalifa’s” van God, die de goddelijke eigenschappen uiteenzetten in overeenkomst met de eisen van hun tijd. Het woord “Khalifa” zoals al eerder is uiteengezet, heeft in feite drie betekenissen:

Ten eerste wordt het gebruikt om een profeet van God aan te geven. Profeten zijn als het ware, de afbeeldingen van God. Hazrat Adam was in deze betekenis ook een Khalifa genoemd.
Wij lezen namelijk in de Heilige Qor’aan in hoofdstuk 38, vers 27: “O David, wij hebben u als stedehouder op aarde aangewezen”.

Ten tweede wordt het woord “Khalifa” gebruikt voor een volk dat via een ander volk komt en er voor in de plaats treedt.

Ten derde worden ook de opvolgers van een Profeet Khalifa’s genoemd omdat zij in zijn voetsporen treden en zijn wet versterken en eenheid onder zijn volgelingen handhaven.

Zo’n Khalifa kan door de mensen worden gekozen; door de Profeet worden benoemd, of rechtstreeks door God worden opgewekt als een profeet die de zaak van de voorafgaande profeet dient. Hazrat Abu Bakr was een Khalifa van de Heilige Profeet (vzmh) die door de mensen na hem was gekozen. Hazrat Mozes benoemde Aaron als zijn Khalifa toen hij de berg opging. Wij lezen in de Heilige Qor’aan in hoofdstuk 7, vers 143, namelijk:
“En Mozes zeide tot zijn broeder Aaron: “Wees mijn plaatsvervanger onder mijn volk in mijn afwezigheid en beheer wel en volg de weg der onruststokers niet”.
Hoewel Hazrat Aaron zelf een profeet was, trad hij ook op als Khalifa tijdens de afwezigheid van Mozes. Op gelijke wijze doet God soms een profeet opstaan om de volgelingen van een andere profeet te hervormen. Zo’n profeet brengt geen nieuwe wet, maar bekrachtigt alleen de bestaande wet. Omdat hij het werk van zijn voorganger uitvoert wordt hij “Khalifa” of opvolger genoemd. Hij is niet door zijn voorganger benoemd, noch door zijn volk gekozen, maar is direct door God aangesteld. Er zijn onder de Israëlieten veel van dergelijke Khalifa’s geweest. Zij waren profeten van God, maar brachten geen nieuwe wet en dienden slechts de wet van Mozes. Wij lezen hierover in hoofdstuk 5, vers 45:
“Waarlijk, wij zonden de Torah neder, waarin leiding en licht was, waarmede de profeten die gehoorzaam waren rechtspraken voor de Joden en de rabbijnen en de wetgeleerden, omdat hun de bewaking van Allah’s Boek was opgelegd en zij waren daarvan getuigen”.
Jezus was de laatste van deze Khalifa’s. Hij bracht geen nieuwe wet, zoals hij zelf zegt:
“Denk niet dat ik ben gekomen om de wet of de profeten te ontbinden, ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want waarlijk ik zeg u: eer de hemelen en de aarde zullen vergaan zal niet één komma of letter van de wet veranderen, totdat alles zal zijn geschied”. Dat lezen wij in Matth. hoofdstuk 5., de verzen 17 en 18.

Aan de Moslims zijn al deze drie soorten van Khalifa’s beloofd. Wij lezen namelijk in het Heilige Boek, hoofdstuk 24., vers 56: “Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij u hen voorzeker tot stedehouders op aarde zal stellen, zoals Hij degenen die voor hen waren tot stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij voor hen heeft gekozen, zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees, vrede en veiligheid zal geven”.

God maakte de Moslims tot erfgenamen van de aarde tijdens het leven van de Heilige Profeet (vzmh). Toen vestigde Hij na de Heilige Profeet (vzmh) het khalifaat van Hazrat Abu Bakr, Umar, Uthman en Ali, en tenslotte heeft Hij Hazrat Ahmad tot een Khalifa van de Heilige Profeet (vzmh) gemaakt in dezelfde betekenis als Hij Jezus tot Khalifa van Mozes maakte. Hazrat Ahmad heeft het profeetschap bereikt door het volgen van de voetstappen van de Heilige Profeet (vzmh) en heeft geen nieuwe wet gebracht. Hij is opgewekt om de Islam te dienen en deze over de wereld te verspreiden. De belofte van de vestiging van het Khalifaat is duidelijk en onmiskenbaar. Omdat thans de Heilige Profeet (vzmh) de enige leiding is voor de mensheid voor alle tijden, moet zijn khalifaat op de een of andere wijze in de wereld tot het einde der tijden voortbestaan.

Onze tijd heeft haar grootste geestelijke Khalifa gezien in de persoon van Hazrat Ahmad, de Beloofde Messias, de stichter van de Ahmadiyya Beweging in de Islam. Het Khalifaat is een grote goddelijke zegening. Zonder het Khalifaat kan er geen solidariteit, samenhang en eenheid onder de Moslims bestaan en zij kunnen zonder het Khalifaat geen werkelijke vooruitgang maken.

Als de Moslims geen gepaste waardering voor het Khalifaat opbrengen door onvoorwaardelijke steun en gehoorzaamheid aan hun Khalifa’s te betuigen zullen zij deze grote goddelijke gunst verbeuren en het misnoegen van God op zich laden.

Khilafat en Goddelijke leiding

Hazrat Maulvi Noer-ud-Din zei in zijn toespraak van 27 december 1911:

“Het is alleen door de Genade van God dat ik in staat ben om deze last te dragen. U kunt geen idee hebben van mijn lijden of van de last die op mijn schouders is gelegd”

In de Heilige Qor’aan, hoofdstuk 24:56, lezen wij:

“Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken doen beloofd dat Hij hen voorzeker tot stedenhouders op aarde zal aanstellen, zoals Hij degenen die voor hen waren tot stedenhouders maakte, en dat Hij de godsdienst die Hij voor hen gekozen heeft zeker zal bevestigen, en dat Hij hen na hun vrees, vrede en veiligheid zal geven. Mij zullen zij aanbidden en niets met Mij vereenzelvigen, maar wie daarna het geloof verwerpen zullen overtreders zijn”

Hieruit leren we heel duidelijk dat het Islamitische begrip van leiderschap niet alleen wereldse macht inhoudt om zich van zijn taak te kwijten, doch dat het veel meer de goddelijke leiding is die het in staat stelt zijn taak tot succes te brengen. Het boven geciteerde vers beschrijft het juiste begrip van het Islamitische leiderschap in de hoedanigheid van wereldlijke en geestelijke opvolger van de Heilige Profeet v.z.m.h. . Het vers zet ook duidelijk uiteen dat Allah zelf de taak op Zich heeft genomen om khalifa’s aan te stellen of uit te kiezen met behulp van tussenpersonen die deze verkiezing tot stand brengen. Het is geen erfelijk ambt. En Allah belooft tevens dat door middel van deze khalifa’s de godsdienst versterkt zal worden totdat wederom vrede, rust en veiligheid stevig op aarde gevestigd zal zijn.

Slechts het onvoorwaardelijk geloof in de Eenheid van God en hun vast vertouwen in de leiding die God hun zendt zullen de khalifa’s tot steun zijn. De autoriteit die hun van de zijde van het volk, de gemeente, wordt gegeven komt op de tweede plaats. De khalifa’s die op deze wijze geestelijke en wereldlijke macht in zich verenigt, en die door Allah hiertoe uitverkoren en geleid wordt, kan onder geen enkele omstandigheid uit deze macht gezet worden.

De eerste vier opvolgers van Heilige Profeet v.z.m.h. van de Islaam, Hazrat Abu Baker, Hazrat Umar, Hazrat Usman, Hazrat Ali, alsmede de opvolgers van de Beloofde Messias, Hazrat Maulvi Noer-ud-Din, Hazrat Mirza Bashir-ud-Din Mahmud Ahmad, Hazrat Mirza Nasir Ahmad en tegenwoordige khalifa, Hazrat Mirza Tahir Ahmad vallen allen binnen deze wet.

Een groep Moslims vroeg Hazrat Usman af te treden, want volgens hen was hij niet tegen zijn taak opgewassen. Dit was echter zonder resultaat en ook de rebellie tegen Hazrat Ali liep op niets uit. Dit bewijst overduidelijk de goddelijk bescherming van het ambt. In de recente geschiedenis zien we dat in de geschiedenis van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap de rebellie van Khwaja Kamal-ud-Din en Mohammad Ali wel leidde tot een splitsing in de Ahmadiyya Gemeenschap, doch dat de groepering onder leiding van de door Allah aangewezen khalifa tot werkelijk grote bloei kwam, en dat het werk dat Allah tot stand wil brengen alleen door deze groepering tot werkelijke bloei kon komen.

Het is jammer dat het overgrote deel van de Moslims tegenwoordig niet het belang van het khalifaat onderschrijven. Zij denken dat alleen werkelijke leiders van belang zijn. Zij denken dat de Islaam een politiek systeem voorstaat en dat het gebruik van geweld binnen dit systeem in overeenstemming is met de geest van de Islaam. Wij zijn er de getuigen van welke treurige gevolgen deze ideeën voor Moslims in de wereld thans hebben. Op dit wanbegrip de wereld uit te helpen, heeft Allah in Zijn oneindige Genade en Wijsheid Hazrat Mirza Ghulam Ahmad als Mahde en Beloofde Messias onder de Moslims doen opstaan. En Hij heeft hem tevens de middelen verschaft om de wereld de oorspronkelijke glorie van de Islaam te tonen. Zijn opvolgers ,zijn  khalifa’s, tonen ons de ware aard van het khalifaat. Geestelijk leiderschap gaat ver uit boven het leiden van de dagelijkse gebeden of het in audiëntie ontvangen van volgelingen. De Islamitische khalifa is de leider van de gelovigen aanvoerder van getrouwe dienaren van God in alles wat goed is. Hij is de opvolger van de Heilige Profeet v.z.m.h, en als zodanig de vertegenwoordiger van Allah in deze wereld. Hij is geen koning, hij is zelfs gewoon onderdaan, maar hij is iemand die gehoorzaamd moet worden door koningen en presidenten als deze Allah’s zegen over hun werk willen afsmeken. Hij is een mens en dus niet zonder menselijke tekortkomingen. Toch bekleedt hij een ambt en een positie die Allah’s speciale aandacht hebben; want hij is aangesteld om Allah’s wil uit te voeren, de mensheid te dienen en hun zielen te zuiveren, door zijn voorbeeld, gebeden en wijsheid. Daarom kunnen we zeggen dat een ieder die zich tegen de door Allah aangestelde khalifa verzet, zich tegen Allah Zelf opstelt.

De gelovigen moeten onder leiding van de khalifa hun strijd leveren tegen aanvallen van binnenuit of van buitenaf. De khalifa is hun schild. De tenuitvoerlegging van de wet en het in praktijk brengen van hun geloof komt tot de gelovigen door een Profeet of door een khalifa. Deze laatste heeft de taak de gelovigen te inspireren en te leiden, zodat dit uiteindelijk tot het succes van de Islaam zal leiden.

De Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in de Islaam is slechts een kleine gemeenschap, en toch door de zegeningen van Allah en de gezamenlijke inspanning van de volgelingen onder khalifaat hebben de Ahmadi’s iets tot stand gebracht wat de rest van de Moslim gemeenschap niet in staat is geweest tot stand te brengen. Ik doel hier op het tabligwerk (zendingswerk) dat zich tot bijna alle landen van de wereld heeft uitgebreid. Zij zouden dit nooit hebben kunnen volbrengen als zij niet de inspirerende leiding van hun khalifa hadden gehad, en als zij niet de discipline hadden kunnen opbrengen om hem onvoorwaardelijk te gehoorzamen. Deze houding van de leden van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap is het gevolg van hun onwankelbaar geloof in de Ene Almachtige, Alwetende God, Die in oneindige wijsheid alles beheerst. Dit onwankelbaar geloof is het touw van Allah waarmee alle Ahmadi’s samengebonden zijn. Houdt allen tezamen vast aan dit touw van Allah, want alleen hierdoor, door khalifaat, zal de mensheid naar vrede en veiligheid worden geleid.

Ik roep hierbij alle Moslims over de gehele wereld op zich te scharen onder de door Allah aangestelde khalifa en hun verschillen, hun onderling twisten te vergeten voor een groter doel, namelijk de vestiging van de Islaam in de wereld met vredige middelen. Hebt een rotsvast geloof in de Eenheid en Almacht van God. Schaart u onder de leiding van zijn Khalifa.